Het duurt even voor ik mijn gedachten op orde heb. Sprakeloos kijk ik haar aan. Jan? Deze vrouw wil mij spreken over Ján? ‘Ik ken geen Jan, flap ik er dan uit.’ Even, heel even lijkt ze van haar stuk gebracht. Dan zegt ze, een beetje besmuikt lachend: ‘Je hebt anders al een paar maanden een relatie met hem.’ Ik wil roepen dat mijn vriend Jos heet, maar besef dan dat mijn vermoeden klopt: Jos ís Jan! ‘Gaat het?’ informeert ze bezorgd. Ik knik, me opeens bewust van het feit dat ik er nogal overstuur uit moet zien. ‘Kom binnen,’ zeg ik schor, waarna ze me volgt naar de keuken. ‘Ga zitten,’ zeg ik, ‘ik ga even de muziek uitzetten.’
Ze heeft zich voorgesteld als Dianne en ik vraag of ze koffie wil. ‘Nee,’ zegt ze, ‘een glaasje water zou wel fijn zijn.’ Nadat ik weer tegenover haar aan de keukentafel ben gaan zitten en zij een slok genomen heeft, kijkt ze me nadenkend aan. Ik brand ondertussen van nieuwsgierigheid, maar beheers me. ‘Tja, Jan …’ zegt ze dan, ‘hij en Guus, mijn man, kennen elkaar nog niet zo lang. Guus heeft meerdere horecabedrijven en, nou ja, je snapt dat die er niet zo best voorstaan met die pandemie. In augustus werd hij benaderd door Jan, die hem vertelde dat hij een financieel adviesbureau heeft…’ Ik onderbreek haar: ‘Nee, hoor, Jo… Jan doet iets in de IT!’ Ze kijkt me even verbaasd aan, maar gaat dan verder: ‘Jan beweerde dat hij Guus kon helpen. Hij had een prachtig plan voorbereid, Guus heeft het me laten zien en we hebben het er uitgebreid over gehad.’
Met stijgende verbazing hoor ik haar verhaal aan. Guus was onder de indruk van het plan, dacht dat hem dat flink wat geld zou opleveren. Jan zou namens Guus gaan beleggen in aandelen waarvan hij zeker wist dat die op korte termijn winstgevend zouden zijn. ‘Maar om aandelen te kunnen kopen, moest Guus eigen geld inleggen,’ gaat Dianne zuchtend verder. ‘We hebben ons vakantiehuisje op de Veluwe verkocht; er zat een hoge hypotheek op, maar de winst, een kleine 10.000 euro, hebben we naar Jan overgemaakt. En je raadt het al: sindsdien is hij onbereikbaar; we weten niet waar hij woont en zijn bedrijf is niet ingeschreven in het handelsregister.’ Zo’n bedrag overmaken naar iemand die je nog maar pas kent. Waarom zou je zoiets doen? Dan herinner ik me hoe overredend en manipulatief de man kan zijn die ik eerder deze week nog zo leuk vond. Guus en Dianne hebben de pech gehad hem te ontmoeten toen ze wanhopig waren. Hadden ze dat geld maar in hun bedrijven gestopt in plaats van ermee te beleggen.
Ik moet al deze informatie even laten bezinken. Dan vraag ik: ‘Hoe komt het dan dat je weet dat J…an en ik een relatie hebben en dat ik hier woon?’ Ze haalt haar schouders op en antwoordt: ‘Een vriend van ons is privédetective. Hij bood aan te achterhalen waar Jan gebleven was; gratis, want we hebben geen buffers meer.’ Ik knik en begrijp opeens waarom ik nooit mocht weten waar hij woont, dat ik hem online nergens kon vinden en dat hij gelogen heeft over zijn naam. Jan, Jos, het kunnen beide schuilnamen zijn. En ik durf te wedden dat De Vries ook niet zijn echte achternaam is. Dianne schraapt haar keel en vraagt dan of ik weet waar hij uithangt. ‘In alle eerlijkheid: ik heb geen flauw idee,’ zeg ik. Dat hij hier gisteren nog was, halsoverkop vertrokken is en nu in het buitenland zit, houd ik voor mezelf. Ik kijk haar recht aan en zeg dan: ‘Maar ik ben blij dat ik nu weet waar dat dreigbriefje vandaan gekomen is.’ Dianne zet grote ogen op: ‘Dreigbriefje? Wat bedoel je?’
Allemachies Christien, wat een verhaal joh. Voelbare emotie in je schrijven. Toppie!
What’s next …..
Dankjewel, Peter. What’s next … ik weet het nog niet helemaal, maar dat komt in de loop van de week goed. Denk ik 😉