December 2020
Ik begin het koud te krijgen. ‘Biko, kóm!’ roep ik. Langzaam loop ik het pad naar mijn erf op. Ik kijk over mijn schouder en zie dat Biko me van een afstandje zit te bekijken. Ik lach en roep hem nogmaals. Even later rent hij voor me uit naar de voordeur. Van een afstandje zie ik iets geks aan het huis, maar ik weet niet precies wat. Ik steek de sleutel in het slot en merk dan dat ik vergeten moet zijn de deur op slot te doen. ‘Stommerd,’ mompel ik tegen mezelf en dan begint Biko te blaffen. ‘Jos?’ zeg ik stomverbaasd tegen de man die grijnzend in de gang naar me staat te kijken. ‘Yes,’ zegt hij, terwijl hij zijn armen spreidt.
Sinds dat eerste etentje hebben we een relatie. Die speelt zich grotendeels in mijn huis af. Bij hem thuis ben ik nog nooit geweest. Sterker nog: waar in Zwolle Jos precies woont weet ik niet eens. Soms vraag ik me zelfs af óf hij wel in Zwolle woont. We hebben al een paar keer ruzie gehad om het feit dat hij telkens met nieuwe smoezen komt: hij is nog aan het verbouwen en verhuizen, zegt hij steeds. Ik heb me er maar bij neergelegd dat hij een deel van zijn leven voor mij verborgen wil houden. Hoewel … een deel? Hij laat sporadisch iets los over zijn werk, heeft het nooit over vrienden. Zijn ouders leven niet meer en hij heeft het contact met zijn ex verbroken. Bovendien komt en gaat hij zoals het hem uitkomt. Zoals nu. Hij zou zaterdag pas hierheen komen.
‘Waarom ben je hier?’ vraag ik, enerzijds verheugd om hem te zien, anderzijds geïrriteerd omdat hij me verrast heeft – en ik me had verheugd op een avondje met een boek op de bank. Hij trekt een wenkbrauw op en zegt: ‘Vanwege dat berichtje van jou wellicht?’ ‘Ach,’ zucht ik, ‘daar had je toch ook over kunnen bellen?’ Hij loopt naar de keuken, vraagt: ‘Koffie?’ en ik antwoord: ‘Nee, dank je. Waarom heb je me niet gebeld na dat appje? Of me een berichtje teruggestuurd?’ Met een ruk draait hij zich om. ‘Esther, zeur niet zo. Ik ben er nu toch? Kunnen we het er straks over hebben?’ Ik knik en vraag dan waarom het zo donker is in huis. Hij geeft een klap op de dichtstbijzijnde lichtknop en zegt: ‘Nu niet meer.’ Plotseling besef ik waarom het huis er zo vreemd uitzag, daarnet. Alle gordijnen zijn dicht.
We hebben samen gegeten, in stilte. Ik durfde het onderwerp ‘witte envelop met inhoud’ niet meer ter sprake te brengen, maar heb continu gehoopt dat hij er zelf over zou beginnen. Ik laat een bord in het gloeiendhete sop zakken – mijn vaatwasser is kapot – en bedenk opeens dat ik Jos’ auto niet op het erf heb zien staan. ‘Jos?’ zeg ik en dan voel ik hoe hij mijn haren opzijschuift en me een kus in mijn nek geeft. ‘Ik heb al een theedoek gepakt,’ fluistert hij. Ik moet even lachen en vraag dan: ‘Waar is je auto?’ Luchtig antwoordt hij: ‘Die is in de garage. Er was iets met de koppeling.’ ‘Maar hoe ben je dan hiernaartoe gekomen?’ wil ik weten. ‘Trein en huurfiets,’ grinnikt hij. ‘De fiets heb ik in de schuur gezet.’
Het is mij een raadsel waarom hij zoveel moeite gedaan heeft om hierheen te komen; we hadden niet eens een afspraak. Hij pakt een glas uit het afdruiprek en ik floep er opeens uit: ‘Weet jij wie Jan is?’ Ik kijk opzij, en zie hoe hij van kleur verschiet. Hij knijpt zo hard in de theedoek dat het glas barst. ‘Sorry,’ mompelt hij en legt de doek vol scherven op het aanrecht. Dan kijkt hij me aan met een blik die ik niet kan duiden. ‘Ja,’ zegt hij tergend langzaam, ‘ik weet wie Jan is. Maar het is beter dat jij dat niet weet. We moeten praten, Esther, want je bent in gevaar.’
“Een deel van zijn leven voor jou verborgen wil houden”? Sorry voor jouw gevoelens Christien maar daar had ik meteen de eindstreep getrokken!
En wat ik zelf ook zo moeilijk vind hoe mensen met hun exen omgaan. Het niet los kunnen laten maar wel een nieuwe relatie willen.
Toppie stuk weer.
Dank je Peter. Enne … fictie hè? Ik had deze Jos na de 1e date al laten gaan. Of ervoor al 😁