Categorie archieven: BLOG

Niet meer van jou (2) – slot

Liz_© Charlotte

Proloog

Enkele maanden geleden begon ik met het eerste deel van ‘Niet meer van jou’. Nu is het tijd voor deel 2. Wil je weten wat er aan dit tweede deel voorafging? Dat lees je hier. Heb je deel 1 al gelezen? Lees dan hier deel 2. Lees verder Niet meer van jou (2) – slot

Brief aan mijn vader

papa

 

Je was nog maar net over de helft, pap. Als jong meisje was ik ervan overtuigd dat je minstens negentig zou worden, of zo. Stokoud, in elk geval. Toen ik eenmaal de leeftijd had dat we echte gesprekken met elkaar konden voeren, hadden we het er weleens over. Oud worden wilde je wel, maar niet wanneer jij je dagen zou moeten slijten in een verzorgingstehuis, gevoerd zou moeten worden en van de dingen om je heen geen weet meer zou hebben. Ten onder gaan aan de gevolgen van een vreselijke ziekte leek je ook verschrikkelijk. Strikt genomen zou je kunnen stellen, dat je dan geluk hebt gehad, want het is je allemaal bespaard gebleven. Op deze elfde februari is het zevenentwintig jaar geleden dat een hersenbloeding je fataal werd. Je was net twee weken daarvoor 51 jaar geworden. Lees verder Brief aan mijn vader

No service

Maandag. Inhoud wasmand: twee onderbroeken, een hemdje en een badhanddoek.
Definitief ter ziele is hij, mijn oude, stronteigenwijze wasmachine. Hem laten repareren bleek geen optie vanwege de hoge kosten en dus meld ik me al vroeg bij een filiaal van een witgoedketen die reclame maakt met de slogan ‘Every day low pricing high service’. De wasmachine van mijn keuze is er niet duur en de winkel brengt geen bezorgkosten in rekening, als ik de website mag geloven. Ik leg de piepjonge verkoper uit op welke machine ik mijn oog heb laten vallen en vraag of die inderdaad binnen de door de site beloofde vijf dagen bezorgd kan worden. ‘Geen probleem,’ zegt hij en begint op de computer mijn gegevens in te vullen. Zodra ik opmerk dat de machine naar boven moet, zegt hij: ‘O, dan komt er nog vijftien euro bij.’ Kijk, dat vermeldt de website dan weer niet.

Lees verder No service

Leuker kunnen ze het niet maken

Volgens een woordvoerder is het in januari bij de Belastingdienst altijd drukker dan normaal, maar is het dit jaar nog erger. Lees verder Leuker kunnen ze het niet maken

Brief aan mijn moeder

mama_IGraag had ik een prachtig kerstcadeau voor je gekocht, om je te bedanken voor jouw liefde, jouw warmte, jouw onvoorwaardelijke steun en – niet in de laatste plaats – voor wie ik geworden ben. Maar mijn budget laat geen ruimte voor iets materieels dat mijn dankbaarheid uit kan drukken. Pas vorige week bedacht ik, dat voor iemand die immateriële zaken zo veel belangrijker vindt dan materiële, een duur geschenk ook totaal ongeschikt is. Ik weet dat je houdt van mijn woorden en daarom mam, speciaal voor Kerst, deze brief aan jou. Want waar ik aan Charlotte, jouw kleindochter, dagelijks laat weten hoeveel ik van haar houd, zeg ik het te weinig tegen jou. Lees verder Brief aan mijn moeder

De zing van jou?

Zijn blik schiet van onze dochter, via zijn vrouw naar mij. ‘De zing van jou?’ vraagt hij en ik voel hoe voor de zoveelste keer vanmiddag een klein stukje van mijn hart afbreekt.

© Charlotte Romp

‘Je ziet niks aan hem, hoor,’ had zijn vrouw mij verzekerd, maar ik zie van alles. Dat hij veel ouder geworden is sinds de laatste keer dat ik hem zag, verbaast me niet. Het is zijn mimiek die me van mijn stuk brengt. Zijn lach is niet meer die van voorheen. Onecht, bijna, hoewel onopzettelijk. Het lijkt alsof iemand onzichtbare touwtjes achter de huid van zijn gezicht heeft aangebracht, die bijna constant worden strakgetrokken en op de verkeerde momenten gevierd. Telkens denk ik dat hij in huilen zal uitbarsten, totdat ik besef dat zijn merkwaardige gezichtsuitdrukkingen horen bij wie hij na zijn herseninfarct is geworden.

De correcte (en van tijd tot tijd verkeerde) woorden die in zijn brein rondtollen, weten de weg naar buiten nauwelijks te vinden. Maar hij is een vechter, knipt ongeduldig met zijn vingers, perst ze eruit in willekeurige volgorde, niet voornemens zich door zijn beschadigde spraakvermogen te laten verslaan. Toch zijn het vooral zijn ogen – die grote, bruingroene kijkers waarvoor ik ruim een kwart eeuw geleden als een baksteen gevallen ben – die me vertellen wat hij wil zeggen. Pure paniek, frustratie en gekwetste trots lees ik erin. Hulpeloosheid ook en dat doet me misschien nog wel het meest. Even denk ik aan hoe hij tot twee weken geleden niets hulpeloos over zich had, de touwtjes stevig in handen hield en de dienst uitmaakte. Ik heb hem erom veracht en dat weet hij. Nu heeft die verachting plaatsgemaakt voor medeleven en iets dat me bijna doet opstaan om mijn armen om hem heen te slaan. Bijna. Want ik voel dat een dergelijke uiting van affectie totaal ongepast is na zo veel tijd en intense afkeer. Bovendien heeft iets in mij besloten dat ik me moet wapenen tegen warme gevoelens voor de man die mij zo ontzettend gekwetst heeft. Dus blijf ik zitten, misschien wel net zo verward als hij en fixeer ik mijn blik op zijn zoontje, dat zijn hele Legoverzameling aan mijn dochter laat zien.  ‘Wil je nog iets drinken?’ vraagt zijn vrouw, ik schud mijn hoofd en glimlach vriendelijk naar haar. Het verbaast me nog steeds dat ik haar zomaar van het ene op het andere moment sympathiek ben gaan vinden. Hoe wrang is het, dat er zoiets gruwelijks voor moest gebeuren?

In de auto, onderweg naar huis, blijft het een tijdje stil. Waar we vanmiddag lang en veel gepraat hebben, kunnen mijn dochter en ik nu de juiste woorden niet vinden. Ergens halverwege doemen plotseling de ogen van mijn ex weer voor me op. Ik knipper ze weg terwijl ik denk aan een van zijn met moeite geformuleerde vragen van vanmiddag. ‘De zing van jou?’ Ja, denk ik, het zangtalent heeft ze van mij, maar de vechtersmentaliteit en de ogen, die heeft ze van jou.

Brief aan zijn vrouw

Beste S.,

De eerste keer dat ik je ontmoette, staat met de scherpte van het beeld van een hd-tv in mijn geheugen gegrift. Jouw man, mijn ex, deed de deur voor me open en jij stond achter hem, verlegen, je geen raad wetend met de situatie. Jouw gelukzalige glimlachjes voedden mijn jaloezie, frustratie en verdriet. Jouw slanke gestalte leek mijn minder frêle figuur grotesk lijken. Jouw donkere haren en rimpelloze gezicht dreven de spot met mijn leeftijd. Toen ook jullie zoontje de hal in kwam en jij iets onverstaanbaars tegen hem zei, werd ik getroffen door de liefdevolle toon waarop je dat deed. Was je maar een lelijke, aftandse heks zonder hart geweest, heb ik later weleens gedacht, want dan had ik niet zo’n hekel aan je hoeven hebben.

Lees verder Brief aan zijn vrouw

Het gaat over

Overgang. Het woord heeft volgens Van Dale vier betekenissen. Al jaren woon ik aan het spoor, náást een overgang en daar heb ik mee leren leven. Maar nu mijn lijf hormonaal ontspoort, woon ik ook ín een overgang. En daar kan ik maar niet aan wennen.

overgang

Lees verder Het gaat over

Niet meer van jou (1)

Afbeelding 216_Charlotte

‘Ik ook van jou.’ Vier woorden die hij in de afgelopen negentien jaar elke avond voor het slapengaan tegen mij gezegd heeft. En gisteravond zei hij na mijn: ‘Ik hou van jou,’ helemaal niets. Even dacht ik dat hij al sliep, maar toen zei hij snel: ‘Ik weet niet of ik nog van je hou.’ Achteloos, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Hij weigerde een verdere toelichting, snauwde dat hij moe was en viel even later als een blok in slaap. Lees verder Niet meer van jou (1)

Kwetsbaar

Nog geen uur nadat ze van huis is gegaan, hoor ik haar weer binnenkomen. ‘Ben je nu al klaar met je toets?’ roep ik verwonderd, terwijl ik me naar haar omdraai. Haar gezicht is zo bleek dat ik ervan schrik. Ze knikt en zegt dat ze zich niet kon concentreren en net als ik wil vragen waardoor dat kwam voegt ze eraan toe: ‘Ik ben aangereden.’ Pas dan rollen de tranen over haar wangen. ‘Wat?’ roep ik uit, terwijl ik mijn armen om haar heen sla. En dan begint ze te vertellen. Lees verder Kwetsbaar