Ondanks het feit dat ik voor middernacht een manuscript moet retourneren en nog een paar hoofdstukken moet redigeren, bied ik aan om mee te gaan naar Eindhoven Airport. Niet omdat ik twijfel aan mijn dochters rijvaardigheid, maar omdat ik merk hoe gespannen ze is. Je zult je vriend maar na zeven lange maanden weer in de armen kunnen sluiten!
Lees verder Geplast. Nu jullie nog vindenCategorie archieven: COLUMNS
In de aanbieding
Het ijs van Ben & Jerry’s is in de aanbieding. Mijn dochter is verzot op de veganistische versie van hun koekjesdeegijs dus hoef ik niet lang na te denken en bestel ik daarvan een paar bekers. Op een warme avond vraagt ze me of er nog ijs in de vriezer is. Ik, verheugd: ‘Ja, twee bekers cookie dough!’ Zij spoedt zich naar de keuken, waar ik haar de vriezerladen hoor open- en dichtschuiven. Ze roept: ‘Waar dan?’ Ik zucht en loop naar haar toe. Ze houdt een beker ijs omhoog en ik zie het meteen: geen groen dekseltje, maar een bruin. IJs gemaakt van melk; niet geschikt voor veganisten. ‘Sorry,’ breng ik uit en tegelijkertijd bedenk ik dat ik dan beide bekers zelf moet leeg-lepelen. Ik houd van ijs, maar krijg die enorme klonten weeïg en veel te zoet deeg simpelweg niet door mijn keel.
Lees verder In de aanbiedingHet is goed meisje, ga maar
Mijn dochter zit op de bank, tegen de pas geschilderde muur, haar laptop op schoot. ‘Kijk dan, hoe mooi!’ zegt ze, verheugd wijzend naar een afbeelding van een bijzettafeltje. ‘Zet maar op je lijstje,’ antwoord ik lachend. ‘Maar we moeten ook nog pannen hebben, een bed, een tafel en stoelen,’ zucht ze, waarna ze me stralend aankijkt.
Lees verder Het is goed meisje, ga maarBrieven van Pietro
Bij het opruimen van mijn weblog kwam ik ‘Brieven van Pietro’ tegen, een verhaal dat ik lang geleden schreef en in 2015 herschreef. Omdat het me fijn lijkt om na bijna een kwart eeuw weer met Pietro in contact te komen, ben ik met de stofkam door het verhaal gegaan en publiceer ik het vandaag opnieuw.

Over blije mensen en minder afval
Gisteren hebben we het wandmeubel leeggehaald. In de schuur staat een grote doos met spelletjes die we lang niet meer (of nog nooit) gespeeld hebben, prulletjes die we al lang vergeten waren en cd’s die we nooit beluisterd hebben. De rest van de inhoud wacht elders in huis op de nieuwe kast. Omdat herhaalde pogingen het meubel via Marktplaats te verkopen niets hebben opgeleverd, heb ik een afspraak gemaakt met de kringloopwinkel. Die komt het later deze week ophalen: tijd dus om het te demonteren. Dat valt mee. Het duurt even voor we de constructie doorhebben, maar dan gaat het snel. Onze woonkamer bevindt zich op de eerste verdieping. En dat maakt het naar beneden brengen van de loodzware wandmeubeldelen een grotere uitdaging dan de demontage zelf. Compleet versleten zitten we ’s avonds op de bank. ‘Moeten we het alleen donderdagmorgen vroeg nog even tegen de muur naast de oprit zetten,’ zucht ik.
Lees verder Over blije mensen en minder afvalover oude wijven en wat fris
Behalve op mijn werk en bij mijn moeder in de tuin kom ik de afgelopen maanden vrijwel nergens meer. Ik mis het even de stad in om te winkelen of gewoon ergens wat te gaan eten of drinken, het afspreken met familie en vrienden en het zingen. Nu de ‘intelligente lockdown’ beetje bij beetje versoepeld wordt, kunnen we ons weliswaar iets meer permitteren, maar echt vrij zijn we nog (lang) niet.
Lees verder over oude wijven en wat frisOver beschuldigende vingers en solidariteit
Op Instagram lees ik een bericht van een ondernemer die vertelt over hoe zwaar het is om in deze tijd een bedrijf te runnen. Tijdens het lezen zit ik in eerste instantie instemmend te knikken: op veel punten heeft ze gelijk, vind ik. Maar dan lees ik dit:
Je kunt bedrijven niet de schuld geven van hun nijpende situatie, zeker niet als je lekker ‘thuiswerkt’, ondertussen alle afleveringen van het nieuwste seizoen van je favoriete Netflixserie kijkt en online shopt omdat je salaris net binnen is.
Dat ‘thuiswerkt’ tussen aanhalingstekens en de suggestie dat mensen die hun werk vanuit huis doen continu met andere dingen bezig zijn, in de wetenschap dat hun salaris toch wel wordt overgemaakt, irriteren me. Toch houd ik mijn virtuele mond: de kortzichtigheid van veel van de reacties en de manier waarop de ondernemer reageert op iemand die er een andere mening op na houdt, doen me beseffen dat dit niet de plek is voor een ander geluid.
Toch blijven die paar neerbuigende zinnen aan me knagen. Ik heb collega’s met jonge kinderen die thuis werken. Ik tref hen eens per week op kantoor en hoor hun wanhopige verhalen. Het valt niet mee – en dan druk ik me zacht uit – om je werk naar behoren uit te voeren vanachter de keukentafel, terwijl je kinderen hulp nodig hebben bij hun digitale lessen en hun frustraties op jou botvieren. Tussendoor Netflixen? Laat me niet lachen! Zelfs ’s avonds komt het daar niet van, simpelweg omdat ze dan te moe zijn om uit hun ogen te kijken.
Ik zit doordeweeks meestal op kantoor, in mijn eigen kamer, eenhoog achter. Ja, ik ben blij dat ik een baan heb, dat mijn salaris elke maand op mijn rekening wordt bijgeschreven. Ik hoef maar even terug in de tijd te gaan, om me te realiseren dat dat helemaal geen vanzelfsprekendheid is. In 2014 moest ik leven van het kleine beetje dat mijn eigen bedrijf opbracht, van giften en van geld dat ik van mijn dochter leende. Toen ik na afloop van dat financiële rampjaar eindelijk weer een baan vond, kon ik mijn geluk niet op.
Wat ik maar wil zeggen, is dat het voor veel ondernemers inderdaad gruwelijke tijden zijn, maar dat precies hetzelfde geldt voor werknemers. Zij hebben net zomin de garantie dat hun inkomen tot in lengte van dagen op peil blijft en doen er alles aan om hun werk zo goed mogelijk uit te voeren en hun hoofd – niet alleen in financieel opzicht – boven water te houden. Het is juist nu niet de tijd om beschuldigende vingers uit te steken. We moeten solidair zijn met elkaar, de verbinding zoeken en elkaar steunen waar dat kan. Ik ben ervan overtuigd dat dat de enige manier is om deze coronacrisis het hoofd te bieden.
Niet zomaar een datum
Er zijn van die data die niet ongemerkt voorbijgaan. 11 februari is er zo een. Het is de dag waarop mijn vader in 1987 plotseling overleed. Het kost me geen moeite om me die dag, wat ik deed en wat ik voelde nog exact voor de geest te halen. Precies zes jaar geleden schreef ik mijn vader de brief die je elders op deze site vindt, maar die ik vandaag hieronder kopieer. Omdat mijn vader het verdient nooit vergeten te worden. En omdat 11 februari nooit zomaar een datum zal worden.
Lees verder Niet zomaar een datumBevriezen bij twintig graden
Er zijn mensen die kalm blijven bij dreigend gevaar, beheerst tot actie overgaan en anderen en zichzelf in veiligheid brengen. Maar er zijn ook mensen die in geval van nood niet in staat zijn om na te denken, laat staan actie te ondernemen. Mensen die dan ‘bevriezen’. Mensen zoals ik.
Lees verder Bevriezen bij twintig gradenRammelend naar huis
Na de verhuizing in 2007 nam ik me voor niet meer zo veel te bewaren. Sindsdien maak ik met enige regelmaat een tochtje naar het depot van de kringloopwinkel met spullen die ik niet meer gebruik. Daarna rijd ik altijd opgeruimd naar huis.
Lees verder Rammelend naar huis