Halverwege kán ik niet meer. En eigenlijk had ik dat bij vertrek al kunnen weten, maar toen dacht ik: ’t is maar een half uurtje rijden. Ik ga verzitten, verplaats mijn gewicht van mijn linker- naar mijn rechterbil. En terug. Maar het helpt niet. Sterker nog: het wordt er alleen maar erger van.
Ik neem de afslag en denk: tien minuutjes, dat móet toch kunnen? Het zweet breekt me uit: de opvliegers zijn sinds een paar maanden terug van weggeweest. Op de radio babbelen twee vrouwen er vrolijk op los. Het leidt me niet af. Gezeik vind ik het. En elke associatie met wat ik zo ontzettend nodig moet, kan ik er niet bij hebben. Zonder pardon geef ik een klap op de uitknop. Helaas maakt de stilte me alleen nog maar meer attent op mijn dringende probleem.
Natuurlijk staat elk verkeerslicht op rood. De seconden tikken weg en ik span mijn bekkenbodemspieren nog maar eens aan. Ik houd het niet meer, ik houd het niet meer, ik houd het niet meer, klinkt als een mantra in mijn hoofd. En dan geef ik richting aan en sla ik rechtsaf, een industrieterrein op. Op het eerste stuk wemelt het van de geparkeerde auto’s. In blinde paniek sla ik een keer linksaf, vervolgens ga ik naar rechts. Ik kan wel janken: waar is het zo rustig dat ik kan doen wat ik moet doen?
Dan plotseling: een verlaten gebouw, met een parkeerstrook waar geen enkele auto staat. Ik zet de mijne er neer, stap uit, laat het portier open, mijn broek zakken en hurk. En terwijl mijn blaas zich leegt, hoor ik in de verte een auto naderen. ‘Schiet op,’ mompel ik tegen mezelf; het lijkt wel alsof ik niet een espresso, maar liters water gedronken heb voor vertrek. Even later passeert er een bestelbus. Ik weet niet of de bestuurder kan zien wat ik aan het doen ben, maar het kan me eigenlijk ook niet schelen.
Tien minuten later stap ik opgelucht bij mijn moeder de keuken in. Op kousenvoeten. ‘Je had je laarsjes niet uit hoeven doen, hoor,’ zegt ze. ‘Nou,’ zeg ik, ‘het leek me een goed plan om ze deze keer buiten te laten staan.’ Misschien moet ik toch maar eens zo’n plastuit aanschaffen. Mijn schoeisel en knieën zullen me er bij een volgende urgente gelegenheid dankbaar voor zijn.
Radiopraat vertalen naar gezeik. Haha.
Herkenbare nood, maar voor mij is het een kwestie van een geschikte boom opzoeken.
Wel moeten lachen om je reportage. Ik krijg er meestal beeld bij als ik zoiets lees. 😉
Ik heb zo’n plastuit besteld. Kan ik de volgende keer ook staand plassen 😉
hahaha.. voordat ik hier kon reageren moest ik even naar het toilet 😉
Plastuit handig hoor, wel eerst uitproberen onder de douche.. tis ff wennen namelijk! Heel handig, ligt standaard in de auto. . de schone 😉
Dankjewel voor de tip!