Mijn publiek van vanavond is niet groot, maar dat vind ik wel prettig, gezien het feit dat ik voor het eerst van mijn leven een lezing geef. Er is een lage, comfortabele fauteuil voor mij neergezet, maar ik wil liever op de tafel naast het scherm zitten. Op die manier kan ik mijn PowerPoint-presentatie beter ‘bedienen’. Bovendien kan ik vanaf die positie eenvoudiger oogcontact met de aanwezigen maken. Nadat ik door een medewerkster van de bibliotheek geïntroduceerd ben, steek ik van wal. Aanvankelijk wat onwennig en niet geheel stemvast. Op de eerste rij zit een aantal van mijn dierbaren. Hun aanwezigheid is belangrijk voor me en maakt me rustiger. Bij elke column die ik vanavond voor wil lezen, heb ik een bladwijzer geplakt. Nadat ik de vijfde heb voorgelezen, maak ik een bruggetje naar nummer zes, terwijl ik vergeet, de bijbehorende dia op het scherm klaar te zetten. Mijn boek houd ik in mijn linkerhand, mijn duim geeft de pagina aan die ik wil gaan voorlezen. Ik vouw het boek weer open en zie dat ik niet ‘Casanova met kunstgebit’ voor me heb, maar ‘Hapje herinneringen‘.
Heel even ben ik van mijn à propos. Bij het samenstellen van mijn lezing heb ik deze column welbewust weggelaten. Niemand zit immers te wachten op een huilende schrijfster en ik weet dat ik de herinneringen aan mijn vader niet zonder tranen kan voorlezen. Hij zou vanavond zo trots op me geweest zijn, bedenk ik. Door nu zo ongepland met mijn column over hem geconfronteerd te worden, lijkt het net alsof hij er toch is en even bemoedigend naar me glimlacht. En het is die glimlach die me spontaan vleugels bezorgt. Ik recht mijn rug, wil beginnen aan ‘Casanova’ en zie dat mijn moeder in de richting van het scherm gebaart. ‘Met dank aan mijn regieassistente,’ grap ik, terwijl ik met een muisklik de volgende dia van mijn presentatie tevoorschijn tover. Er wordt even gelachen en dan lees ik verder. Met nog meer vuur dan eerst. Er komen vragen uit de zaal die ik beantwoord alsof ik nooit anders heb gedaan. Ik voel me buitengewoon prettig, hier op deze tafel in de Dierense bibliotheek. Het is heerlijk om te mogen vertellen over mijn werk, geweldig om er complimenten voor in ontvangst te mogen nemen. Dat, opgeteld bij de aanwezigheid van mensen die om me geven, zorgt voor een heel warm gevoel dat zich in mij nestelt en me voorlopig niet meer zal verlaten.
De volgende dag moet ik boodschappen doen. Ik dwaal over de groenteafdeling en zie een bakje aalbessen – terwijl het er het seizoen niet voor is – in een van de koelvitrines liggen. Een passender toetje kan ik niet bedenken en voor ik het weet, liggen de rode besjes in mijn winkelwagen en heb ik even verderop yoghurt en slagroom gepakt. ‘Bedankt dat je er gisteren ook was, pap,’ fluister ik zachtjes, terwijl ik begin met de voorbereidingen voor zijn dessert, mijn hapje herinneringen.
Wat een prachtig verslag van je eerste optreden
Sterk slot!
Wat stoer dat je dit hebt gedaan!!!!!!
En wat fijn dat het goed is gegaan en dat je er een goed gevoel bij hebt gehad. Ik ben blij voor je.
En bedankt voor het mooie compliment dat je me gaf.
Leuk zeg, om zo’n lezing te houden. Ik zag hier in het dorp de poster hangen met jou erop! Ik dacht eerst even: huh… die ken ik toch?
Maar toen wist ik ineens weer dat die foto ook op je boek staat.
Jammer genoeg had ik een andere afspraak die avond. Maar ik blijf je in de gaten houden, hoor.
Janny
Wat mooi!
🙂
Maartje
Leuk beschreven, leest lekker vlot.
Groetjes: Peter.
Dank voor jullie mooie reacties!