De kantooragenda is boordevol. Vanwege de afwezigheid van veel collega’s komt er dus behoorlijk wat op mijn bordje. Ik schiet tegenwoordig gelukkig niet meer zo snel in de stress – dat zal de leeftijd wel zijn. En vandaag helpt Douwe Bob me kalm te blijven. Vanochtend hoorde ik het op de radio en sindsdien zing ik in gedachten – en af en toe heel even hardop – het lied waarmee hij het Songfestival hoopt te winnen. Lees verder Slow down sister
Categorie archieven: COLUMNS
Allesbehalve happy burger
De voeten zijn moe, de magen rammelen: wij zijn toe aan een lekkere lunch. Mijn dochter, die vlees noch vis eet, kent een goed veganistisch adresje. Ze is een belangrijk detail vergeten: het betreffende restaurant serveert uitsluitend onbewerkt (lees: rauw) voedsel. Dat dringt pas bij het doornemen van de menukaart tot me door. Hoewel ik tegenwoordig nog maar zelden vlees of vis eet, is onbewerkt veganistisch voedsel wel wat ver van mijn bed. Maar ik houd wel van een bescheiden avontuur. Bovendien klinken veel gerechten op de kaart smakelijk. ‘Ik denk dat ik ga voor de happy burger,’ zeg ik. Zij besluit hetzelfde te bestellen. En we nemen er allebei muntthee bij.
Flurpen in de supermarkt
‘Lieverd, waarom zoek je niet eens een leuke vent,’ zegt een van mijn nieuwe collega’s zuchtend tegen me. Ik lach en zeg dat ik het zoeken heb opgegeven. ‘Waarom?’ wil ze weten en ik moet even nadenken over het antwoord op die vraag. Zo zachtjesaan heb ik meer dan genoeg van datingsites; ik kan er een boek over schrijven – of wacht, dat heb ik al gedaan. Het lot lijkt me op liefdesgebied nu eenmaal niet gunstig gezind. Die ene man die ik oprecht ver-schrik-ke-lijk leuk vond, bleek mij best lief te vinden, maar ook niet meer dan dat. Sindsdien ben ik nooit meer een man tegenkomen die ik echt de moeite waard vond. ‘Ach, wie weet bots je vandaag of morgen tegen de man van je dromen aan in de supermarkt,’ lacht mijn collega. Lees verder Flurpen in de supermarkt
Een prachtig einde en een veelbelovend begin
Ruim drie maanden heb ik de tijd gehad om me voor te bereiden op ‘de dag die ik wist dat zou komen’: mijn laatste werkdag in Mill. Vanmorgen ben ik van huis gegaan met een kofferbak vol zelfgemaakte afscheidscadeautjes en zelfgebakken taart. De ochtend is voorbijgevlogen. Er is nog zoveel af te ronden voordat ik vanmiddag de deur definitief achter me kan dichttrekken. Maar zoals gebruikelijk binnen deze muren zorgen onverwachte telefoontjes en gebeurtenissen ervoor dat mijn voornemen ‘afgerond’ te vertrekken in het water dreigt te vallen.
Rudolf – Otto – Marie – Pieter
‘Komt u maar, mevrouw Klomp!’ zegt de plaatsvervangster van mijn huisarts vriendelijk. Ik zucht even, sta op en loop naar haar toe. Terwijl ik haar een hand geef, mompel ik dat ik Romp heet; niet Klomp. ‘O, neemt u me niet kwalijk,’ verontschuldigt ze zich blozend. ‘Ach,’ zeg ik, ‘het maakt niet uit. Ik ben er al zo aan gewend dat ik blijkbaar een moeilijke naam heb. Ik reageer gewoon op alles wat lijkt op Romp of eindigt op omp.’
Genieten van reservetijd
‘Binnenkort wil ik toch wel het huis uit, mam,’ zegt ze voorzichtig en ik zoek even naar woorden. Het is niet meer dan logisch dat ze dat wil. En natuurlijk had ik het al zien aankomen. Stukje bij beetje heeft ze zich de afgelopen jaren losgemaakt van mij. Zoals het hoort. Zoals het moet. Zoals ook ik me losmaakte van mijn ouderlijk huis, mijn eigen weg kiezend. Waar ik dat op mijn achttiende deed, is zij al bijna eenentwintig. Strikt genomen is mij dus al veel extra reservetijd met haar gegund.
Lees verder Genieten van reservetijd
Niet van de kraaloogjes en de kale staarten
Zestien ben ik en ik heb een zaterdagbaantje bij een gezin dat een woonboerderij in het midden van nergens bewoont. Vanochtend werd ik begroet door de immer hard blaffende herdershond wiens actieradius zo groot is als zijn ketting toelaat. Hij boezemt me geen angst in; ik zou ook zo tekeergaan als mijn vrijheid zo ingeperkt werd. Ik ben onderweg naar de paardenstal om een bezem te gaan halen, als een van de katten me passeert. Het is een prachtig beest met een dikke, donkergrijze vacht en felblauwe ogen die dwars door je heen kunnen kijken. Nu echter, keurt hij me geen blik waardig. Ik open de staldeur en zet mijn linkervoet op de mat erachter. Er kraakt iets onder mijn hagelwitte gymschoen. Ik kijk naar beneden en zie tot mijn ontsteltenis dat er rode vlekjes op het witte canvas zitten. En erger … onder de schoenzool vandaan piept een staartje! Ik ben op een door een van de katten achtergelaten dode muis gaan staan!
Het gaat (waarschijnlijk) nooit meer over
‘Waar het precies over gaat, zeg ik niet. Iedereen kan er zijn eigen interpretatie aan geven,’ hoor ik zangeres Carol van Dijk op de radio zeggen. Daarna start de deejay de nieuwste single van Carols band, Bettie Serveert: Never Be Over. Lees verder Het gaat (waarschijnlijk) nooit meer over
Helemaal niets meer verwachten
Nerveus loop ik achter hem aan de trap op. In zijn kamer ga ik snel zitten, omdat mijn benen me niet meer willen dragen. ‘Heb je een andere baan?’ begint hij het gesprek en ik vraag me af of dat op mijn voorhoofd geschreven staat. Sprakeloos staar ik hem aan. Ik krijg het warm, weet even niet hoe ik moet reageren, maar besluit na enkele seconden dat er maar één antwoord past: ‘Ja.’
Luidkeels kerstliedjes zingen
Het is nog maar net zeven uur geweest, wanneer ik de oprit naar de snelweg neem. Omdat ik net een hap van mijn thuis gesmeerde boterham heb genomen, kan ik helaas niet luidkeels meezingen met het kerstliedje dat uit de speakers van de autoradio schalt. Ik denk terug aan december 2014, aan hoe wanhopig ik toen was en aan hoe krampachtig ik dat probeerde te verbergen voor de buitenwereld. TekstFontein draaide best aardig, maar niet goed genoeg. Suf had ik me gesolliciteerd; zonder resultaat. Met ingang van 1 januari had ik bovendien geen recht meer op een uitkering. Mijn (financiële) toekomst zag er niet bepaald rooskleurig uit en dat stemde me somber. Zin in Kerstmis had ik niet en in luidkeels kerstliedjes meezingen nog minder. En moet je me nu naar kantoor zien rijden!