Mijn dochter en ik logeren twee nachten in een monumentaal pandje in het centrum van Zwolle. Het huisje is prachtig opgeknapt en van alle gemakken voorzien. Men beweert dat vroeger alles beter was, maar ik ben blij dat de bedstee nu in gebruik is als kast en we een modern tweepersoonsbed tot onze beschikking hebben.
Vanwege een peesblessure in mijn voet is een stadswandeling voor mij best een opgave. Zo nu en dan moeten we even pauzeren om mijn voet wat rust te geven. Daarom zitten we nu op een muurtje in een winkelstraat. We kijken vol verbazing naar een zonnebankbruine meneer die komt aangemarcheerd. Hij draagt niet meer dan een sportbroekje en daarboven een legergroen mouwloos hemd, waaruit zijn imposante armen steken. Zijn kledingkeuze is, gezien de temperatuur, wat merkwaardig. Maar hij valt vooral op door de twee halters die hij bij zich heeft. De ene balanceert op zijn rechterschouder, de andere houdt hij vast met zijn linkerhand. Hij passeert ons grijnzend, de neus in de lucht en de borst vooruit. Hij zou zomaar Jerom kunnen spelen in ‘Suske en Wiske, de musical’.
Een paar meter bij ons vandaan staat een man wiens midlifecrisis al decennialang achter hem ligt. Zijn jas spant om zijn dikke buik en zijn onderkin trilt een beetje terwijl hij Jerommeke vol verbijstering nakijkt. Dan richt hij zich tot ons met een scheve glimlach en een schamper: ‘Zo zag ik er vroeger ook uit!’ ‘Dat geloof ik meteen,’ lieg ik lachend, want dat er ooit een bodybuilder in dat oude-mannenlijf gehuisd heeft, is moeilijk te geloven. ‘Tja, vroeger was alles beter, hè?’ laat ik er binnensmonds op volgen.
Meneer blijft zijn blik strak op ons gericht houden en wij voelen ons daar wat ongemakkelijk bij. Het grapje is gemaakt, wij hebben erom gelachen, ik heb erop gereageerd … loop gewoon verder, meneer! Charlotte kijkt naar mij en ik zie aan haar ogen dat zij exact hetzelfde denkt. Zij fronst en mompelt: ‘Waar hadden we het over?’ Ik weet het ook niet meer. Jerom heeft ons van ons à propos gebracht en dat de oude man zijn focus niet naar elders verlegt, helpt ook niet. We zitten maar wat te giechelen en beginnen een nieuw gesprek, terwijl een vrouw op de zelfbenoemde voormalig bodybuilder af loopt en met hem verder wandelt. Hij zat dus niet verlegen om een praatje, maar stond op haar te wachten.
Wij gaan ook verder. Bij de eerste paar stappen schreeuwt mijn voet het uit. Charlotte informeert bezorgd of het gaat. ‘Ja, zolang we rustig lopen, gaat het wel,’ antwoord ik. Vroeger was echt niet alles beter, maar toen kon ik tenminste pijnloos lopen. Ondanks dat vervelende ongemak geniet ik met volle teugen van het gezelschap van mijn dochter en het ontdekken van de mooie stad die Zwolle tot mijn verrassing blijkt te zijn.
Een hartstikke gezellig meemaakseltje Christien.
Elke week een stedentrip? 😉
Dat zou leuk zijn, maar ook budgettair onverantwoord 🙃