Over een lauw bad en een gebroken ladder

Vorig jaar waren we met Valentijnsdag op Ameland. Voor deze 14e februari boekten we opnieuw een huisje, dit keer in Holten en weer met een hot tub in de tuin.  In de loop van de middag bereiken we de ingang van het bungalowpark, waar ons adres voor de komende drie nachten verscholen zou moeten liggen. Het weggetje door het park is uitermate smal en zo hobbelig dat meer dan stapvoets er niet in zit. Maar zonder iemand tegen te komen arriveren we veilig bij nummer 96.

Voordat we naar binnen gaan, werpt Gert een blik op de hot tub in de tuin. ‘Die ga ik na de koffie meteen vullen,’ besluit hij. We herinneren ons nog hoe oneindig lang het vorig jaar in Nes duurde voor het bad buiten gevuld was. Maar daarvoor was alleen geduld vereist. Het water verwarmen bleek een grotere uitdaging. Het vuur eronder wilde niet wat wij voor ogen hadden: de watertemperatuur flink verhogen. Gert liep af en aan met ketels kokend water, maar ook dat mocht nauwelijks baten. Uiteindelijk lieten we ons in het water zakken dat op zijn best koel te noemen was.

Nadat mijn lief het uiteinde van de tuinslang in het bad gelegd heeft, komt hij naar binnen en verdiept hij zich nogmaals in de gebruiksaanwijzing van de hot tub. Verbaasd zegt hij: ‘Goh, ik had er veel meer hout op moeten gooien, vorig jaar!’ Wég is hij weer, op weg naar het houthok om alvast een voorraadje te halen. Ik rommel wat in de keuken en zie hem buiten heen en weer lopen. Even later houdt hij voor het raam een looplamp en een verlengsnoer omhoog. Ik doe de tuindeur open, waarop hij zegt: ‘Er staat in de informatiemap dat we die lamp in de boom naast de hot tub kunnen hangen. Breken we onze nek niet als we in het donker naar de hot tub lopen,’ voegt hij eraan toe. ‘Slim!’ reageer ik.  

Ik ben ondertussen in de slaapkamer als hij opeens naast me staat. Zijn gezichtsuitdrukking verandert van ernstig in een beetje gegeneerd. ‘Ik ben gevallen,’ merkt hij droogjes op. Ik schrik. ‘Waar, hoe, ben je geblesseerd?’ vuur ik drie vragen tegelijk op hem af. ‘Nee, niks aan de hand,’ beantwoordt hij de laatste. ‘Ik wilde de looplamp in de boom hangen en ging op de ladder staan om bij een tak te kunnen. Stond ik op de derde tree, brak die ladder in tweeën.’ Behalve een wat pijnlijk achterwerk heeft hij gelukkig niets aan de val overgehouden. En in plaats van in de boom, heeft hij de lamp aan een paal naast de hot tub gehangen.

Laat op de avond bereiken we dankzij het licht dat de looplamp verspreidt zonder te struikelen het bad in de tuin. Voordat ik erin stap, kijk ik naar de ladder die nu uit twee delen bestaat. Het ene ligt in het gras, het andere leunt scheef tegen de boom, alsof het nog niet kan geloven dat zijn werkzame leven voorbij is. Zodra ik me in het water heb laten zakken, ontdek ik dat de temperatuur ervan weliswaar iets aangenamer is dan die van het badwater op Ameland, maar dat ‘hot’ een overdreven optimistische aanduiding is. Desondanks dobberen we een poosje tevreden in onze ‘lauwe tub’. Vorig jaar een koel bad, deze 14e februari een lauw. Er zit vooruitgang in. En wie weet, stappen we de volgende Valentijnsdag eindelijk in een bad dat echt ‘hot’ is.

4 gedachten over “Over een lauw bad en een gebroken ladder”

  1. Wel gevaarlijk zo’n ladder. Hopelijk hebben jullie het wel gemeld, want zoiets mag toch eigenlijk niet gebeuren. Goed afgelopen gelukkig en je column weer graag gelezen Christien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.