Je was nog maar net over de helft, pap. Als jong meisje was ik ervan overtuigd dat je minstens negentig zou worden, of zo. Stokoud, in elk geval. Toen ik eenmaal de leeftijd had dat we echte gesprekken met elkaar konden voeren, hadden we het er weleens over. Oud worden wilde je wel, maar niet wanneer jij je dagen zou moeten slijten in een verzorgingstehuis, gevoerd zou moeten worden en van de dingen om je heen geen weet meer zou hebben. Ten onder gaan aan de gevolgen van een vreselijke ziekte leek je ook verschrikkelijk. Strikt genomen zou je kunnen stellen, dat je dan geluk hebt gehad, want het is je allemaal bespaard gebleven. Op deze elfde februari is het zevenentwintig jaar geleden dat een hersenbloeding je fataal werd. Je was net twee weken daarvoor 51 jaar geworden. Lees verder Brief aan mijn vader