Totaal verbouwereerd stond ik ergens in maart te kijken naar de plek waar ik mijn e-bike had achtergelaten. De fiets was weg; de insteekketting, waarmee ik mijn vervoermiddel aan een paal had vastgemaakt, lag als stille getuige op de grond. Gelukkig keerde de verzekering het aankoopbedrag snel uit en kon ik een nieuwe e-bike uitzoeken. De insteekketting gebruik ik niet meer. Zo’n ding is dus niet bestand tegen het forceren van een ringslot. Nu gebruik ik standaard twee kettingsloten en ben ik altijd weer opgelucht als ik de felblauwe, gebloemde fietstassen aan mijn bagagedrager zie: hij staat er nog!
Vandaag gaan we de oudste zoon van mijn lief aanmoedigen tijdens de Zevenheuvelenloop. We hebben nagedacht over hoe we het parcours eenvoudig kunnen bereiken en parkeren de auto in Beek. Daarna halen we onze e-bikes van de drager en fietsen we naar Berg en Dal. In mijn geval in de eerste versnelling en op turbo-stand, want de weg stijgt nogal. Net als ik denk: ik kán niet meer, bereiken we de top van de heuvel en wordt de route weer vlak. Het parcours is nog een eindje verderop. We zetten onze fietsen tegen een hek en met twee kettingsloten aan elkaar. Daarna vinden we een plekje langs het parcours.
Het is koud en het wachten duurt wat langer dan voorzien. Maar het enthousiasme om het ontdekken van Koen én diens gulle lach bij het passeren maken dat ruimschoots goed. Een beetje verkleumd stappen we vervolgens weer op de fiets. Nu is het een eitje: we zoeven zonder problemen Beek binnen en besluiten bij het plaatselijk hotel-restaurant een kopje koffie te gaan drinken. We zetten onze fietsen op slot en aan elkaar vast met twee kettingsloten.
De koffie én het appelgebak smaken prima en na een halfuurtje lopen we weer naar buiten. Onwillekeurig denk ik opgelucht: hij staat er nog! Maar terwijl ik me over mijn fiets buig om hem van het slot (lees: de sloten) te halen, ontdek ik dat de eigenaar van de fiets naast mij zijn insteekketting om mijn frame heeft geslagen. Ik kan dus niet weg. Opluchting om de constatering dat mijn fiets er nog staat slaat om in verbijstering: welke halvegare maakt zijn fiets vast aan die van iemand anders? Verbouwereerd sta ik om me heen te kijken. ‘Kom,’ zegt Gert, ‘degene van wie die fiets is, zit vast binnen.’
We vragen bij verschillende tafels: ‘Bent u hier op de fiets?’ Het antwoord is steevast: ‘Nee.’ Dan kijkt Gert naar buiten en zegt: ‘Er staat iemand bij onze fietsen!’ We haasten ons erheen. Een jonge kerel haalt net de insteekketting los en zegt: ‘Sorry, mijn moeder heeft exact dezelfde fietstassen. We hebben een familiediner daarbinnen. Ik zei tegen mijn ouders dat ik mijn fiets aan die van mijn moeder had vastgemaakt, waarop zij zei: ‘Maar we zijn te voet!’
Mijn aanvankelijke irritatie maakt onmiddellijk plaats voor vrolijkheid. Als we onze fietsen hebben bevrijd van hun kettingen, rijden we – nog steeds lachend – terug naar de auto. En ja: ook die staat er nog en we kunnen zonder problemen wegrijden, nadat we de e-bikes weer op de drager gezet hebben.
Wel een goeie mop die drie fietsen aan één ketting.
Nou, hè?