Elke woensdagavond is Gert bij mij. Terwijl hij zich op donderdagmorgen aankleedt en zijn tas inpakt, smeer ik drie boterhammen en stop die in mijn broodtrommel. Zodra hij beneden is, ga ik naar boven om te douchen en aan te kleden. Zodra we allebei startklaar zijn, stapt hij in zijn auto, ik in de mijne, rijdt hij een klein stukje achter me aan en zwaaien we naar elkaar – de linkerarm uit het raam – tot hij rechtsaf gaat en ik linksaf.
Ergens halverwege vorig jaar kocht ik hartvormige memobriefjes. Op een donderdagochtend, kort daarna, ontdekte ik op kantoor boven op de boterhammen in mijn broodtrommel zo’n briefje. Mijn lief had er een lief berichtje op geschreven. Verrast plakte ik het snel onder aan mijn beeldscherm. Gedurende de week liet ik er regelmatig een blik op vallen, telkens begeleid door een glimlach.
De donderdagochtend erna trof ik geen briefje op de bovenste boterham aan. Pas veel later, toen ik aan de derde wilde beginnen, ontdekt ik het, op de bodem van mijn broodtrommel. Het eerste briefje stopte ik in mijn bureaula, het tweede kreeg de aldus vrijgekomen plek onder aan mijn scherm.
Sindsdien is het eerste dat ik op donderdagochtend op kantoor doe: mijn broodtrommel openen, een hartvormig briefje onder mijn brood vandaan halen, het berichtje erop met een grote glimlach lezen en het gele (of roze) hartje op mijn beeldscherm plakken. Nou ja, eerlijk is eerlijk: soms laat ik het briefje van de vorige week hangen, omdat het nieuwe té persoonlijk is voor andermans ogen. Ik koester en bewaar elk briefje en verheug me elke donderdagochtend op een nieuw exemplaar.
Vandaag heb ik een kantooruitje. ‘Ik hoef geen brood mee,’ zeg ik na het opstaan tegen mijn lief, ‘we vertrekken rond de middag per touringcar en krijgen een lunchpakketje uitgereikt.’ Het blijft even stil en dan zegt hij: ‘O … dat betekent dus: geen briefje.’ ‘Nee,’ antwoord ik een beetje sip, ‘dat besef ik.’ Eenmaal op kantoor ben ik allang vergeten dat ik geen brood bij me heb. Ik open mijn tas en zie niet het vertrouwde lichtgroen van mijn broodtrommel. O ja, vandaag geen hartvormig briefje, besef ik meteen.
Eenmaal in de bus die ons, zoals later zal blijken, naar Maarheeze brengt, deelt een collega lunchpakketjes uit. Ik wil net aan mijn tweede broodje beginnen, als mijn telefoon meldt dat ik een berichtje van Gert heb. Hij stuurt me een foto van zijn bureau. Met daarop … een hartvormig briefje dat hij vanochtend bij mij thuis heeft ‘ontvreemd’. Ik krijg er een brok van in mijn keel, nog voordat ik gelezen heb wat hij voor liefs geschreven heeft. Vandaag geen broodtrommel, maar wél een briefje. Zoals elke donderdag.
wat lief!
❤️
Toch leuk die kleinigheden met een grote betekenis.
Absoluut!
Altijd heel aandoenlijk om te lezen, wat ik graag doe!
Dat hoor ik graag, Hans
Wat een schat heb jij .. 🙂
Absoluut!