‘Wat heb jij daar nou te zoeken?’ vraag ik verbaasd, omdat ik niet kan geloven dat mijn 22-jarige dochter voor haar studie naar de Vijftigplusbeurs moet. Ze kijkt wat ongemakkelijk, grinnikt en antwoordt dat ze er moet observeren hoe reizen aan de vijftigplusman en -vrouw gebracht worden. ‘Ik heb twee toegangsbewijzen; ga je met me mee?’ vraagt ze en ik zeg: ‘Nou ja, kennelijk behoor ik met mijn 52 jaar tot de doelgroep. En wie weet, hebben we een leuke middag.’
Op het parkeerterrein van de Jaarbeurs ziet het grijs van de mensen. Een onafzienbare stoet (veel) oudere jongeren beweegt zich in de richting van de ingang. Wat nou ‘Vijftigplusbeurs’? In deze groep mensen ligt de gemiddelde leeftijd op minstens 70. Wat ongemakkelijk sluiten we ons aan en even later belanden we op de beurs. Wij willen er flink de pas in zetten. Fout. Het aanwezige publiek houdt er een echte ‘beursgang’ op na. Tergend langzaam beweegt men zich langs stands van de Parkinsonpatiëntenorganisatie, de trombosedienst en de christelijke ouderenbond. ‘Incontinent? Blijf er niet mee lopen!’ lezen we en doen het daarna bijna spontaan in de broek. Ook Yakult heeft hier een stand. De flesjes, voorzien van mini-rietjes, vinden gretig aftrek. Menigeen zet slurpend de slakkengang voort.
We passeren ‘café De Goede Dood’ waar niemand blijft staan of naar binnen gaat. We kunnen dus snel verder en arriveren dan eindelijk in de volgende hal: het reisgebeuren voor de oudere medemens. Hier is iets geks aan de hand. Waar de standhouders in de hulpmiddelen- en (para)medische sectie nog enigszins het contact met het publiek zochten, zijn de meesten hier vooral erg druk met het bestuderen van hun smartphones. De grijze meute lijkt ook niet echt geïnteresseerd in reizen naar Zuid-Afrika of India. Die houdt alleen maar zo nu en dan stil om even op adem te komen. Alleen de camperverkoper heeft over belangstelling niet te klagen. En bij Brasserie Vitaal is geen tafeltje meer vrij. Even verderop is een fietsparcours aangelegd. Geamuseerd blijven we een tijdje kijken naar hoe een niet meer zo krasse knar langzaam slingerend probeert een bijna uit de bocht vliegende dame in te halen.
Charlotte heeft haar studiemateriaal verzameld en genoeg geobserveerd. We willen beiden niets liever dan zo snel mogelijk naar de auto. We hebben genoeg van (en niet de geringste belangstelling voor) incontinentiemateriaal, bloeddrukverlagers, patiëntenverenigingen en clubs en reizen voor alleenstaande ouderen. We banen ons een weg langs de seniorenbedden en sta-op-stoelen. ‘Hebt u interesse in een matras?’ vraag een veel te jonge mevrouw me. ‘Nee, dank je, ik heb al een matras,’ zeg ik gedecideerd. Bij de uitgang worden tubetjes tandpasta uitgedeeld, maar uitgerekend niet aan ons. Terwijl wij onze eigen tanden nog hebben! Lachend maar vooral opgelucht dat we al die treurigheid achter ons gelaten hebben, stappen we weer in mijn oude brikkie. Vijftigplusbeurs? De naam Seniorenbeurs was passender geweest. Maar hoewel het aanbod me eerder afstootte dan aantrok, heb ik toch een leuke middag gehad. Ik heb ik in geen tijden zo gelachen.
Wat verschrikkelijk. Een plek om vooral nooit naar toe te gaan, lijkt mij.
Klopt, Geri. Echt niet voor herhaling vatbaar.
Genoeg materiaal voorhanden daar voor nog een paar verhalen. 😉
Leuk beschreven.
Haha, dank je.