Zondagavond heb ik weer naar een aflevering van ‘Boer zoekt vrouw’ gekeken. Bij de start van elk nieuw seizoen denk ik weer aan hoe ik jaren geleden ook eens een brief stuurde naar een boer ‘in de aanbieding’. Nu kan ik best aardig schrijven, dus aan mijn brief zal het niet gelegen hebben dat ik nooit ben uitgenodigd voor een nadere kennismaking. Of misschien ook wel, wie zal het zeggen? Een ding weet ik wel: ik ben blij dat het bij die brief gebleven is, want bij nader inzien bleek ‘mijn’ boer een hork met een verschrikkelijk accent, om van zijn tafelmanieren nog maar niet te spreken. Ik weet wel zeker dat het tussen ons nooit wat geworden zou zijn.
Toch vind ik het leuk om te fantaseren hoe het zou zijn gegaan als ik wél in aanmerking was gekomen voor een eerste kennismaking en – uiteindelijk – een logeerpartij, samen met een aantal op dezelfde man azende vrouwen. Het lijkt me eerlijk gezegd verschrikkelijk! Stel dat je zo’n koeienmelker, aardappelpoter, bloemkolenteler of fruitkweker helemaal het einde zou vinden. Je zou dan lijdzaam moeten toekijken hoe jouw potentiële geliefde zich wentelt in de aandacht van je concurrenten, kusjes van ze steelt, terwijl je had gehoopt dat hij alleen oog voor jou zou hebben. Of juist niet. En da’s eigenlijk nog erger. Dat je, eenmaal op de hoeve gelogeerd, tot de ontdekking komt dat hij letterlijk en figuurlijk boert, een enorme smeerpoets is en beslist niet jouw boer op het witte paard.
In de laarzen van de boer staan dan, zou dat beter zijn? Dat je mag kiezen uit tientallen gegadigden die jou leuk genoeg vinden om een poging (tot een brief) te wagen? Dat lijkt me wel wat. Niet dat ik verwacht dat de keuze in mijn geval reuze zou zijn, maar dat terzijde. Overigens ben ik niet voornemens om boerin te worden. Yvon Jaspers zou dan een iets gewijzigd format moeten hanteren, maar ik zie wel mogelijkheden voor een serie ‘Tekstschrijver zoekt vrouw’. Nou ja, man in mijn geval. Net zoals de boer zijn land doorgaans in zijn eentje bewerkt, doet een tekstschrijver dat met lege vellen papier. Weinig kans op romantische contacten, als je zo ‘allenig’ werkt.
Maar ach, bij nader inzien is het wellicht toch niet zo´n fantastisch plan. Daten is, weet ik uit ervaring, al spannend genoeg zónder camera’s die elke zenuwtrek, verspreking, blos en stilte registreren. En hoe hard ik ook moet lachen om de commentaren en humoristische verslagen op social media, ik moet er niet aan denken publiekelijk te kakken gezet te worden. Hoe verlegen of introvert sommige van de boer(inn)en ook zijn, een ding hebben ze gemeen: het vereist een flinke dosis lef om aan ‘Boer zoekt vrouw’ mee te doen. En tja, aan een dergelijke portie moed ontbreekt het me. Volkomen.
Nou, mij lijkt dat ook verschrikkelijk. Ik zou dat nooit doen.
Ik heb diverse vrienden die elkaar hebben leren kennen via een datingsite (en ze zijn al jaren gelukkig met elkaar).
Dat lijkt me idd al spannend genoeg.
Maar wat moet het erg zijn als je als boer of als kandidaat zo afgebrand wordt in de media. Je kunt er als kijker van alles van vinden maar om dat nu meteen op de media te slingeren!
Met je eens. Daten vind ik ook een privé iets en vooral dat anderen geen moer aangaat. En aan jouw schrijven ligt het toch echt niet. 😉
Haha, Peter, da’s een hele geruststelling 😉
Tja, het is akelig dat het gebeurt. Maar ik ben bang dat we in een samenleving terechtgekomen zijn waarin dat een gegeven feit is. Ik ga ervan uit dat mensen die zich ervoor opgeven zich daarvan bewust zijn.