Een hartgrondige vloek dringt door het dunne wandje tussen woonkamer en toilet. ‘Wat is er?’ vraag ik, een beetje geïrriteerd door haar taalgebruik. Dochter verschijnt met een van frustratie vertrokken gezicht en houdt haar mobieltje omhoog. ‘Laten vallen,’ gromt ze. Dat zie ik. Er lopen maar liefst drie lange scheuren over de gehele lengte van het scherm. ‘Doet hij het nog?’ wil ik weten. Ze checkt het even en zucht gerustgesteld. Een nieuwe, weet ik, komt er pas op het moment dat het ding echt niet meer werkt.
De volgende dag komt ze thuis uit school en legt ze haar gehavende Samsung op tafel. ‘Wil je een iPhone 5 voor me kopen?’ vraagt ze op gespeeld zeurderige toon. Niet-begrijpend kijk ik haar aan, waarna ze in de lach schiet en begint te vertellen. Een van haar klasgenoten heeft vorige week ook een telefoonongelukje gehad. Vandaag kwam het meisje op school met de allernieuwste mobiel in haar tas. Gekregen van haar ouders, want een telefoon met een scheur in het scherm… dat kan toch niet? ‘Toen ik zei dat ik het belachelijk vind om dingen die niet meer zo mooi zijn, maar het nog wel doen te vervangen, keek Tessa me aan alsof ik niet goed bij mijn hoofd was,’ zegt ze. ‘Ben je dat dan wel?’ plaag ik haar. Zij antwoordt met een vrolijk: ‘Nee, dat weet je toch? Ik lijk op jou.’
Als klein meisje maakte ze zich al druk om dingen waar de meeste leeftijdsgenoten hun schouders over ophaalden. En daarin is eigenlijk niets veranderd. Of eigenlijk wel, want haar betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel zijn in de loop der jaren alleen nog maar groter, volwassener geworden. Onlangs sprak een vriend haar op haar vegetarisme aan. ‘Wat een onzin,’ zei hij, ‘dat jij je bezighoudt met dingen als milieu, dierenwelzijn, het wereldwijde voedselprobleem. Daar hoeven jij en ik ons toch geen zorgen om te maken? Er wordt over dat soort dingen door anderen nagedacht en ik vind het wel best zo.’
Een paar weken erna moest ze voor Engels een spreekbeurt houden. Het werd een vlammend betoog waarin ze ook refereerde aan dat gesprek. ‘Wij zijn degenen die straks gaan studeren aan universiteiten en hogescholen. De toekomst? Die hebben wij in handen. Moeten we het nadenken dan maar overlaten aan de mensen die het nu nog voor het zeggen hebben? Denk zelf na. Een betere wereld begint bij jezelf!’ Een minuut of vijftien lang hing een klas vol achttienjarigen ademloos aan haar lippen.
Dat ze de wereld wil veranderen en daarom ook anderen tot nadenken wil stemmen, vervult mij met trots. En dat ze af en toe stevig vloekt, doet niets af aan dat gevoel.
Een betere wereld begint bij jezelf en bij dochters die dit begrijpen en het ook nog eens uitdragen. Terecht trots dus! 🙂
Mooi…daar word ik warm van !
Ja toch, Jannie? 🙂
Dank je, Mieke.
Verbaast me niks zoals je al schreef was ze als klein meisje al zo. Dat maakt haar zo bijzonder.x
En als iemand kan weten hoe ze als ukkie was, dan ben jij het wel 🙂