Het Ingrid-incident

Na een weekje heen en weer mailen en appen maken we een afspraak. Ik mag zeggen waar onze eerste ontmoeting zal plaatsvinden. Geheel coronaproof stel ik een terras bij een restaurant hier in de buurt voor. Man Ager gaat akkoord. En ik ben de hele dag voorafgaand aan onze date gespannen. Ik heb al twee nogal teleurstellende dates achter de rug: een met Zo Allenig, een man die uitsluitend over zijn overleden vrouw kon praten en een met Pol Itie, een workaholic die me de oren van het hoofd kletste over zijn werk. Nu hoop ik op iets meer interesse in wie ík ben.

Vijfenveertig minuten voor de afgesproken tijd ontvang ik een appje. ‘Hoi Ingrid,’ schrijft Man, ‘ik moet me erg haasten en weet niet of ik acht uur precies ga halen.’ Ik antwoord: ‘Ehm … Ingrid?’ Een reactie daarop komt niet. Ik weet niet wat ik moet denken. Of doen. Mijn zenuwen zijn wél in een klap verdwenen. De zin in deze date ook wel enigszins, trouwens.

Ik heb net mijn auto geparkeerd, als hij de zijne naast die van mij neerzet. We stappen tegelijkertijd uit en ik denk: wat een leuke man! Het Ingrid-incident laat ik maar even voor wat het is. Het lijkt me niet slim om daar meteen over te beginnen. Er volgt een heel gezellige date. Misschien wel de leukste eerste afspraak die ik in jaren heb gehad. We praten over tal van onderwerpen en lachen wat af. Ik heb het naar mijn zin en daar kan zelfs de muis die onder het belendende tafeltje rondscharrelt niet veel aan veranderen.

Opeens steekt er een frisse wind op. Letterlijk en figuurlijk. Het gesprek valt stil; heb ik iets verkeerds gezegd of gedaan? Is hij plotseling tot de verpletterende conclusie gekomen dat ik ‘het’ niet ben voor hem? Hij mompelt iets onverstaanbaars, staat op en loopt naar binnen om naar de wc te gaan. Ik blijf achter op het terras waar inmiddels niemand meer zit. Ook de muis laat zich (gelukkig) niet meer zien.

Het duurt lang voor hij terug is. ‘Ik heb meteen ook maar afgerekend,’ zegt hij. Ik ben verbaasd; we zijn hier nog maar net een uurtje. Dan klaagt hij dat hij het koud begint te krijgen. Ik voel dat een opmerking over het Ingrid-incident nu geen kwaad meer kan en zeg: ‘Wat merkwaardig dat je je appje van daarstraks begon met ‘Hoi Ingrid.’ Hij kijkt me aan en het lijkt alsof hij nu opeens beseft dat dat niet mijn naam is. Dan begint hij wat schaapachtig te lachen en zegt: ‘O, is dat zo? Wat stom. Sorry, maar ik was ook aan het appen met Ingrid, een collega.’ Ik glimlach vriendelijk en dan gaat hij verder: ‘Ik wil graag contact met je houden. Maar ik heb over twee weken wel een date met iemand anders.’ Nu is het mijn beurt om een beetje dom te lachen. ‘Misschien moet je dat eerst maar even afwachten,’ opper ik. Wat ik denk houd ik voor me.

Een paar uur later blijkt dat hij helemaal niks gaat afwachten. Hij laat me weten dat hij het bij onze ene date wil laten en wenst me veel geluk. Dat wens ik hem ook. Natuurlijk vermeld ik er niet bij dat ik weinig zie in contact houden met een man die mijn naam niet eens kan onthouden. Ik heb mijn berichtje bijna verzonden, als ik bedenk dat er toch nog een PS’je bij moet. Grinnikend typ ik: ‘Doe de groeten aan Ingrid.’  Dág Man Ager.

4 gedachten over “Het Ingrid-incident”

  1. Haha dat heb je goed opgelost Christien. Die date leek nergens op met zijn ‘Ingrid’. Ik had meteen al afgehaakt.
    Maar een schrale troost? Als ik jouw leeftijd had dan had ik echt hijgend voor de deur gelegen bij je. 🙂

  2. Hij bleek mijn type niet, maar dat wilde ik eerst uitvissen. Maar ik heb inderdaad serieus overwogen het hele afspraakje af te blazen. Had ik nu geen column gehad!

    Enne … ik bloos van die laatste regel 🙂

  3. Wat een vreselijk gedoe. Je bent heel wat meer waard dan deze hele malle mannen molen. Hoop dat je een werkelijk de moeite waard man vind.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.