We rijden op de A15 en dan vraag ik in een opwelling: ‘Zal ik je laten zien waar papa en ik getrouwd zijn?’ Ze knikt, zie ik vanuit mijn ooghoek, dus neem ik de eerstvolgende afslag. In Rhoon is het even zoeken, maar al snel vind ik de weg naar het kasteel. Terwijl ik de parkeerplaats op rijd, probeer ik te bedenken of ik hier na onze bruiloft nog eens geweest ben. Ik geloof van niet. Ik parkeer de auto en loop even later samen met mijn dochter over het bruggetje waarover ik zo lang geleden als bruid liep. Het kasteel is in die bijna vijfentwintig jaar vrijwel niet veranderd. Zelfs het weer lijkt wel wat op dat van 6 september 1990: druilerig en fris.
We blijven staan om naar het kasteel te kijken. In stilte. Ik hoef mijn ogen niet eens te sluiten om ons te zien staan: ik in mijn zachtroze, speciaal voor mij gemaakte bruidsjurk, hij in zijn pak met een op de kleur van mijn jurk afgestemd overhemd. Verliefd was ik, dolgelukkig en er zeker van dat ik oud wilde worden met deze man.
Enerzijds lijkt het alsof het gisteren was, anderzijds gaapt er een brede kloof tussen toen en nu. Ik weet niet zo goed wat ik voel op dit moment, kan het niet precies benoemen. Verdriet om wat ik verloren heb, is het in elk geval niet. Daarvoor is ons huwelijk al te lang geleden gestrand. Ik mis mijn toenmalige echtgenoot niet, noch het met hem getrouwd zijn. En toch knaagt er iets aan mijn ogenschijnlijke kalmte. Hoewel het kasteel en het weer onveranderd lijken, is verder alles, alles anders dan toen. Ik wil er nu niet over nadenken en zeg na een poosje zacht: ‘Kom, dan gaan we wat drinken in het café hier tegenover en daarna gaan we naar huis.’ Terwijl we weglopen, kijk ik niet meer om.
Een paar dagen later blader ik nog eens door het trouwalbum. Haarscherp is op elke foto te zien hoe ik me voelde – wat hield ik van die man. Ik had een rotsvast vertrouwen in hem, verwachtte dat hij er altijd voor mij zou zijn. Plotseling besef ik wat ik voelde in Rhoon. Het was heimwee naar wie ik was, naar wie hij was en naar wat wij samen waren. Dat besef raakt me meer dan ik wil toegeven. Ik dacht dat ik alle tranen al wel vergoten had, maar nu valt er toch een naast de foto waarop ik sta te stralen van geluk. Eén traan. Van heimwee. Op het zwart van het albumblad lijkt hij – hoe toepasselijk – gemaakt van zilver.
Wat mooi geschreven Christien en wat een stralende bruid op de foto. Je hebt je gevoel heel pakkend neergezet en je traan op een bijzonder moment verzilverd…..
Dankjewel, Jannie.
Wat heb je dat mooi beschreven. Samen met Charlotte teruggaan naar deze plek. Niet goed beseffen wat je voelt en het dan later beseffen en dit zo mooi, teder beschrijven. En dan de foto, een blik terug in de tijd. Zo jong en zo stralend. Ik begrijp de traan. Maar heb bewondering voor de prachtige vrouw van nu.
Wat een prachtige woorden, Geri.
Dat heb je mooi verwoord Christien. Laat ik nou precies begrijpen wat jij voelde daar. En dat is de reden dat ik bewust niet meer terug wil denken aan mijn verleden.
Om mijn filosofie ten aanzien van mijn scheidingen in woorden om te zetten hier voor jou het volgende rijm …: Een kuil, een kist, een condolatie. Dat is de beste ‘Lat’relatie. 😉
Fijne zondag nog: Peter.
Tja, Peter, misschien is het beter er niet meer aan te denken. Toch krijg ik dat vooralsnog niet (helemaal) voor elkaar. Ondanks alles bewaar ik ook mooie herinneringen aan mijn huwelijk; en die koester ik.
Ook ik ken mijn mooie momenten uit mijn eerste huwelijk en die koester ik, maar loop er gelijkertijd met een boogie omheen; ter zelfbescherming.
Mooi beeldend beschreven en zo herkenbaar…
Iedere herinnering heeft z’n eigen waarde en dan krijg je soms “last” van kruisende gedachten en gevoelens.
Mooi dat je het dan zo kunt verwoorden!
Snap ik toch, Peter. Ook ik doe dat. Van die boogies.
Dank je, Roland.