Er zijn mensen die kalm blijven bij dreigend gevaar, beheerst tot actie overgaan en anderen en zichzelf in veiligheid brengen. Maar er zijn ook mensen die in geval van nood niet in staat zijn om na te denken, laat staan actie te ondernemen. Mensen die dan ‘bevriezen’. Mensen zoals ik.
Vanwege de regen en Charlottes gebrek aan een spijkerbroek zijn we naar winkelcentrum Kronenburg gegaan. Nu zit ik op een smal bankje bij de paskamers te wachten. Plotseling komt er een snerpend geluid uit het plafond. Het doet me denken aan de sirenes die op de eerste maandag van de maand klinken. Het is toch zondagmiddag, denk ik nog en dan stopt het geluid abrupt, waarna een intercomstem iets zegt in de trant van: ‘Dit is een noodwaarschuwing, verlaat u alstublieft het gebouw.’ Het geluid en de oproep blijven elkaar opvolgen. Een verkoopster komt vragen of we willen vertrekken: ‘Laat al uw spullen maar liggen, dat komt straks wel.’ Links en rechts gaan pashokjes open en komen mensen naar buiten, een enkeling op sokken. En ik? Ik zit nog steeds als bevroren op het bankje, niet bij machte om te bedenken dat opstaan, mijn kind uit de paskamer sleuren en naar buiten gaan de enige te overwegen optie is.
Ook Charlotte doet de deur van haar paskamer open. ‘Mam, we moeten weg,’ zegt ze dwingend. Ik kijk haar aan en knik slaafs. Langzaam dringt het besef tot me door dat ik misschien moet opstaan. Terwijl mijn dochter beheerst haar panty en rokje aantrekt, loop ik aarzelend in haar richting. Zij duwt me haar jas in de handen en pakt haar laarzen met de mededeling dat ze die buiten wel zal aantrekken. Het alarm loeit nog maar eens, de intercomstem herhaalt de waarschuwing. Ik verkeer nog steeds in halfbevroren toestand. ‘Kom, snel,’ spoort Charlotte me aan, waarna ze me een duwtje in de goede richting geeft en achter me aan naar de uitgang loopt.
We zijn nog maar halverwege de winkel wanneer de verkoopster roept dat het vals alarm was. ‘U kunt weer terug naar uw paskamer,’ voegt ze eraan toe. Nu er geen gevaar meer dreigt, ontdooi ik tot mijn eigen verbazing onmiddellijk. ‘Ga die spijkerbroek maar uit het pashokje halen,’ zeg ik tegen Charlotte, ‘dan kun je die gaan afrekenen.’
Terwijl ze wegloopt bedenk ik dat ik waarschijnlijk op dat bankje was blijven zitten, als zij me niet had aangespoord te vertrekken. Wat is dat toch voor een vreemd mechanisme dat me zo ‘bevriest’ zodra er gevaar dreigt? Het is niet de eerste keer dat me dit overkomt en ik vrees dat dit ook niet de laatste was. Gelukkig zijn er mensen die kalm blijven bij dreigend gevaar, beheerst tot actie overgaan en anderen en zichzelf in veiligheid brengen. Mensen zoals zij. En dat is een hele geruststelling. Voor ‘bevriezers’. Mensen zoals ik.
Je bent ook net een mens ja. 😉
Vals alarm, hoe durven ze. Ik had voor straf alles in het pashok gelaten en was naar de concurrent gegaan. Dat zal ze leren.
Helaas gold het alarm voor het hele winkelcentrum. De concurrent was dus geen optie ?