U mag best weten dat ik met het zweet in mijn handen de rechtszaal binnenkwam. Eerst keek ik naar u, daarna opzij, naar de man die aan het andere tafeltje zat. Mijn gedachten begonnen met een beangstigende snelheid over elkaar heen te tuimelen. Ooit hield ik van die man. Ik zeg met nadruk ‘hield’, want mijn gevoelens voor hem zijn in die acht jaar sinds de scheiding ingrijpend veranderd. En terwijl u uw blik langs hem, onze advocaten en mij liet gaan, streed medelijden om de slechte gezondheid van mijn ex met onbegrip over het ontlopen van zijn verantwoordelijkheden.
Ik hoorde hoe u het woord aan de advocaat van mijn ex gaf. Zij liet niet na nog eens te benadrukken hoe verschrikkelijk het is wat hem overkomen is. En dat is het natuurlijk ook. Ik zag dat u begripvol knikte. Ze ging door, zei dat haar cliënt verantwoordelijkheden had ten opzichte van zijn gezin en dat ik dan maar de zorg voor onze dochter volledig op me moest nemen. Alsof ik dat niet al ruim acht jaar doe! Vervolgens gaf u haar de ruimte om mij af te schilderen als een leugenachtige, op geld beluste ex-vrouw. Ik hield mijn hoofd recht in de wetenschap dat zij een totaal andere voorstelling van de werkelijkheid gaf. Maar zeer deed het wel. Het voelde alsof ik ter verantwoording geroepen werd, terwijl mijn ex die zou moeten afleggen. De advocaat besloot haar lange, felle monoloog met de woorden: ‘En acht jaar na de scheiding mag toch van mevrouw verwacht worden dat zij in financieel opzicht onafhankelijk is van haar ex-echtgenoot.’ Waarom, vroeg ik me af, is in de wet dan een alimentatieduur van twaalf jaar vastgelegd?
‘Hebt u nog vragen?’ vroeg u, nadat mijn advocaat haar zegje had gedaan. Ik had er wel twintig, bijvoorbeeld: ‘Hebt u enig idee hoe het voelt om na negentien jaar bij het grof vuil gezet te worden? Weet u hoe het is om te moeten vechten voor een financieel zekere toekomst omdat je die je kind beloofd hebt en hoe het voelt om een dergelijke belofte niet na te kunnen komen? Kunt u zich er een voorstelling van maken hoe het is om in crisistijd te solliciteren en afwijzing na afwijzing te ontvangen en hoe moeilijk het is om als freelancer opdrachten binnen te halen?’ Maar natuurlijk stelde ik geen van deze vragen. Ik antwoordde simpelweg: ‘Nee,’ en liep achter mijn advocaat aan naar buiten, nog steeds met het zweet in mijn handen.
U liet me drie weken wachten op uw beschikking. Eenentwintig dagen waarin ik me suf solliciteerde en probeerde zo veel mogelijk opdrachten binnen te halen. De gedachte dat u wellicht de alimentatiekraan helemaal dicht zou draaien, drukte ik weg. Ik hield mij voor dat u heus rekening zou houden met het feit dat het wel erg wreed zou zijn om een dergelijk grote hap uit mijn ‘boterham’ te nemen. Dat u het met mij eens zou zijn dat ziekte iemand niet ontslaat van zijn alimentatieverplichting. En terwijl ik overdag hard werkte en probeerde positief te blijven, deed ik ’s nachts nauwelijks een oog dicht. Geld maakt niet gelukkig, zegt men, maar van het ontbreken ervan kun je op zijn zachtst gezegd een ongemakkelijk gevoel krijgen.
Begrijpt u me goed: ik had er uiteraard rekening mee gehouden dat ik minder alimentatie zou gaan ontvangen als gevolg van de arbeidsongeschiktheid van mijn ex. Maar ik had niet ingecalculeerd dat hij, ondanks enorme winsten, nauwelijks spaargeld op de bank had en dat hij bij de scheiding gelogen heeft over de te verwachten hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering. U liet me weten dat er ruimte is voor een bedrag aan partneralimentatie van nul komma nul euro. Niks. Niets. Zero. Noppes. Koud kreeg ik het van die beschikking van u. IJskoud.
Het heeft weken geduurd voor ik van de schrik bekomen was. Weken waarin ik optelsommetjes maakte en tot de conclusie kwam dat ik een inkomensterugval van achttienduizend euro per jaar niet kan compenseren met de inkomsten uit mijn eigen bedrijf. Daarom blijf ik fanatiek solliciteren en netwerken. Niet in de laatste plaats voor mijn dochter. Het doet pijn dat ze niet op kamers kan gaan wonen, omdat dat financieel gezien nu domweg niet meer haalbaar is. Ik had het haar zo gegund. Anderzijds: ik had haar zo veel immateriële zaken willen bieden die ik haar evenmin heb kunnen geven. Lang heb ik daarom gedacht dat ik gefaald heb als moeder, maar als ik kijk naar wie zij geworden is, geloof ik dat ik me daarin vergist heb.
Er zijn inmiddels vele maanden voorbijgegaan. Dat het voor mijn ex verder geen gevolgen zal hebben dat hij slechts acht jaar (ten dele) aan zijn alimentatieverplichting heeft kunnen en willen voldoen, blijf ik moeilijk te verteren en volkomen onbegrijpelijk vinden. Maar ik besef inmiddels ook dat u niets anders hebt gedaan dan wat er van u verwacht wordt: u hebt recht gesproken. Dat het voor mij enorm krom voelt, verandert daar niets aan.
Het is om uit je vel te springen Christien. Heet dit dan rechtspraak? Pfff…
Ik hoop dat jullie twee het ondertussen redden samen.
Fijn weekend en groetjes: Peter.
Het is ingewikkeld, Peter, ik blijf zoals ik altijd ben geweest: een optimistische doorbijter. 😉 Jou wens ik ook een goed weekend!
Ik heb er geen woorden voor. Ik vraag mij af, stel dat jij een wereldbaan met een dik salaris zou hebben, zou jij dan partner allimentatie moeten betalen aan hem en zijn nieuwe vrouw. Dat zou pas ernstig zijn geweest. Sterkte weer. En ik blijf voor je uitkijken. En ik weet dat jij optimistisch bent en dat gaat je echt helpen, heeft mij ook geholpen. Liefs Truus
Christien, je bent een sterke vrouw! Ook het financiële gemis overwin jij! Hoe jouw dochter in het leven staat en welke sterke persoonlijkheid zijn heeft is jouw verdienste. En ook al weet ik dat het cliché is en dat men zegt geld maakt niet gelukkig en dat het wel verrekte makkelijk is, veranderd dat niets aan wie zij is! Opgevoed en omringd met jouw liefde! Dat is in geen enkele waarde uit te drukken!!!
Dank voor je lieve reactie, Truus. Nee, had ik een fantastisch inkomen gehad, dan zou ik nu geen alimentatie aan hem hoeven betalen, doordat hij hertrouwd is. En ja: ik blijf optimistisch 🙂 Fijn dat jij ook voor me uit blijft kijken, dat waardeer ik zeer. X
Het is alsof ik mijn eigen beschikking weer herlees Christien. Volgens mij volgt de wet ‘gewoon’ een standaardprocedure. Er kwamen in jouw brief allemaal bekende punten naar voren die me weer terugwierpen in de tijd, het moment dat ik het liefst vergeet. Ook ik zei ‘nee’ op de vraag van de rechter, vertrouwende dat hij ‘echt’ recht zou spreken. Ook in mijn beschikking stond de nul. Alleen voor mijn dochter werd nog een stukje alimentatie toegekend. Maar jij en ik (en vast nog vele anderen in deze situatie) kunnen trots zijn op onze stevige band die wij met onze kinderen hebben opgebouwd, dat pakt geen rechter ons af. Nooit!
We zijn vast niet de enigen die met een identiek bijltje gehakt hebben, Jannie. En het is precies zoals jij zegt: de band met onze kinderen pakt niemand ons meer af.