Hoewel ik in 2018 besloot dat nooit meer te doen, schreef ik me in augustus toch weer in op een datingsite. Sindsdien heb ik contact gehad met talloze mannen, onder wie slechts één ontzettend leuke, enkele best sympathieke en vele ongelofelijk (vooral vanbinnen) onaantrekkelijke. ‘Likes’ en contactverzoeken kreeg ik vaak van mannen die heel veel jonger zijn dan ik. Zo was er Delano van 29. ‘Ben je echt 55?’ vroeg hij. Ik had de aanvechting om te antwoorden dat ik er tien jaar vanaf gejokt had, maar antwoordde: ‘Yep. Ik had je moeder kunnen zijn.’ Zijn reactie: ‘Je ziet er veel jonger uit!’ Ik aanvaardde het compliment en schreef: ‘Dat zegt mijn dochter ook altijd.’ Hij reageerde daarop met: ‘Ah, ze noemt jou vast sexy mama?’ Ik heb maar niet de moeite genomen hem te vertellen dat ik van mijn stoel zou vallen als ze dat zou zeggen.
Er waren ook mannen die geen enkele vorm van opleiding genoten hebben. Zo ontving ik een ‘like’ van een man die aangaf gepromoveerd te zijn. Hij bleek eigenaar van een garagebedrijf en gaf als hobby’s ‘voebal, terasje pakken en meziek luistere’, wat een door hem afgerond promotieonderzoek niet echt aannemelijk maakte. De mannen die een vrouw zoeken die ‘een opgeruimde rugzak’ hebben, bleken talrijk. Opmerkelijk, omdat ze zelf vaak nog een shit load aan problemen met zich mee bleken te zeulen, variërend van lastige exen, zich voortslepende echtscheidingen, nog niet afgeronde rouwprocessen en financiële ellende. Het toeval wil dat ik mijn rugzak heb opgeruimd. En geen behoefte aan andermans rommel.
Ik heb wat afgewandeld met potentiële partners. En koffiegedronken. Bijna zonder uitzondering klaagden deze mannen over hoe vreselijk dat hele online daten is, over de vooringenomenheid van vrouwen, de met filters bewerkte foto’s, de wensenlijstjes. Enige herkenning was er wel: ook ik heb me gestoord aan de wensenlijstjes en de vooringenomenheid. Van mannen, welteverstaan. Maar wat me nog het meest frustreerde was het feit dat vrijwel alle mannen die ik al dan niet in levenden lijve ontmoette, bij gebrek aan voorzichtige kriebels de stekker alweer uit het contact trokken met de woorden: ‘Ja, je bent een leuke vrouw hoor, maar ik voel het niet.’ Hoewel ik bij sommigen dacht: ik voel het evenmin, heb ik me meermaals afgevraagd hoe realistisch het is om te verwachten dat je op slag verliefd wordt zodra je iemand ontmoet. Voor mijn ex kreeg ik pas romantische gevoelens toen we al ruim twee maanden met elkaar omgingen. Ik bedoel maar.
Het keer op keer afgewezen worden is slecht voor mijn zelfbeeld en vreet energie. Energie die ik nodig heb vanwege de drukte op kantoor en voor TekstFontein. Sinds een paar weken wek ik mijn eigen energie op. Wat mijn zonnepanelen kunnen, moet mij ook lukken, bedacht ik onlangs. Ik ben daarom op zoek gegaan naar wat mij energie oplevert. Dat heb ik gevonden in pianolessen en een cursus handlettering. En ja, in schrijven (want dat blijft mijn trouwste energieleverancier). Hoewel mijn datinglidmaatschap pas halverwege mei eindigt, heb ik mijn profiel offline gezet. Nu ik niet langer zoek, verschijnt de liefde misschien wel vanzelf. En heel, heel misschien wel uit zeer verrassende en onverwachte hoek, maar daarover meer in een volgende column*.
*Met het schrijven van Staalblauw heb ik het plezier in het creëren van cliffhangers herontdekt 😉
Die volgende column ja ….. (op bureau trommelt ….)
Nog even geduld 😉