Over beschuldigende vingers en solidariteit

Op Instagram lees ik een bericht van een ondernemer die vertelt over hoe zwaar het is om in deze tijd een bedrijf te runnen. Tijdens het lezen zit ik in eerste instantie instemmend te knikken: op veel punten heeft ze gelijk, vind ik. Maar dan lees ik dit:

Je kunt bedrijven niet de schuld geven van hun nijpende situatie, zeker niet als je lekker ‘thuiswerkt’, ondertussen alle afleveringen van het nieuwste seizoen van je favoriete Netflixserie kijkt en online shopt omdat je salaris net binnen is.

Dat ‘thuiswerkt’ tussen aanhalingstekens en de suggestie dat mensen die hun werk vanuit huis doen continu met andere dingen bezig zijn, in de wetenschap dat hun salaris toch wel wordt overgemaakt, irriteren me. Toch houd ik mijn virtuele mond: de kortzichtigheid van veel van de reacties en de manier waarop de ondernemer reageert op iemand die er een andere mening op na houdt, doen me beseffen dat dit niet de plek is voor een ander geluid.

Toch blijven die paar neerbuigende zinnen aan me knagen. Ik heb collega’s met jonge kinderen die thuis werken. Ik tref hen eens per week op kantoor en hoor hun wanhopige verhalen. Het valt niet mee – en dan druk ik me zacht uit – om je werk naar behoren uit te voeren vanachter de keukentafel, terwijl je kinderen hulp nodig hebben bij hun digitale lessen en hun frustraties op jou botvieren. Tussendoor Netflixen? Laat me niet lachen! Zelfs ’s avonds komt het daar niet van, simpelweg omdat ze dan te moe zijn om uit hun ogen te kijken.

Ik zit doordeweeks meestal op kantoor, in mijn eigen kamer, eenhoog achter. Ja, ik ben blij dat ik een baan heb, dat mijn salaris elke maand op mijn rekening wordt bijgeschreven. Ik hoef maar even terug in de tijd te gaan, om me te realiseren dat dat helemaal geen vanzelfsprekendheid is. In 2014 moest ik leven van het kleine beetje dat mijn eigen bedrijf opbracht, van giften en van geld dat ik van mijn dochter leende. Toen ik na afloop van dat financiële rampjaar eindelijk weer een baan vond, kon ik mijn geluk niet op.

Wat ik maar wil zeggen, is dat het voor veel ondernemers inderdaad gruwelijke tijden zijn, maar dat precies hetzelfde geldt voor werknemers. Zij hebben net zomin de garantie dat hun inkomen tot in lengte van dagen op peil blijft en doen er alles aan om hun werk zo goed mogelijk uit te voeren en hun hoofd – niet alleen in financieel opzicht – boven water te houden.  Het is juist nu niet de tijd om beschuldigende vingers uit te steken. We moeten solidair zijn met elkaar, de verbinding zoeken en elkaar steunen waar dat kan. Ik ben ervan overtuigd dat dat de enige manier is om deze coronacrisis het hoofd te bieden.

2 gedachten over “Over beschuldigende vingers en solidariteit”

  1. Het zegt veel over die thuiswerkster dat het salaris toch wel gestort wordt. Zo een iemand zou ik dus nooit never inhuren om werk voor mij te doen. Zeker met dat Netflixen er ook nog bij kun je toch nooit goed je werk doen?
    Daarom snap ik jou goed waarom je haren overeind gaan staan.
    Hou je taai. 😉

  2. Komt goed 🙂 De ondernemer in kwestie doet neerbuigend over mensen die (in loondienst) thuis werken. Zij gaat ervan uit dat die standaard allemaal wat anders doen dan werken. Van die vooringenomenheid gaan mijn haren inderdaad overeind staan 😉

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.