Heimwee naar Ierland, een reisverslag in columns – deel V

Home

We zijn toe aan de laatste etappe van onze reis die zal eindigen in County Meath. We hebben gisteravond al een mooie route uitgezocht en nadat Róisín ons heeft uitgezwaaid, zetten we koers richting het noorden. We rijden met een grote bocht om Dublin heen: geen snelwegen meer voor ons. Ruim twee uur later bereiken we de Hill of Tara, een plek waar in lang vervlogen tijden koningen gekroond werden. Het uitzicht vanaf de heuvel is verpletterend mooi. Het landschap glooit zacht en in elke denkbare kleur groen naar de horizon. In de verte menen we zelfs de Ierse Zee te zien.

Omdat we oorpijn beginnen te krijgen van de harde wind, gaan we terug naar de auto om naar het vijftien kilometer verderop gelegen Trim Castle te rijden.  Nadat we de kasteelruïne bezocht hebben, lopen we nog even door het dorp en daarna rijden we naar Newgrange Lodge, net buiten het gehucht Donore. De route erheen is ook weer zo sprookjesachtig mooi. En ja, ook hier zijn de tractoren talrijk. We melden ons bij de receptie en ik verbaas me erover dat de vrouw erachter mijn voornaam correct uitspreekt. ‘You’re the first person in Ireland to pronounce my name right,’ zeg ik lachend. Zij antwoordt met een enigszins Engels accent (ze woont hier al 28 jaar, vertelt ze later): ‘Misschien omdat ik ook uit Nederland kom.’

We brengen onze bagage naar onze kamer en stappen daarna meteen weer in de auto. Nu we er zo dichtbij zijn, wil Charlotte beslist vandaag nog naar Slane. Haar bachelorscriptie schreef ze over Francis Ledwidge, een Ierse dichter die tijdens de Eerste Wereldoorlog dicht bij Ieper sneuvelde, slechts enkele weken voor zijn dertigste verjaardag. Hij kwam uit Slane, hield van dit dorp en de omgeving ervan. Charlotte was hier vorig jaar al en beloofde me tijdens deze vakantie mee te nemen naar de plaatsen die zo nauw met hem verbonden zijn.  Samen beklimmen we de Hill of Slane. Bovenaan blijven we staan en kijkt ze me aan. ‘Kun je nu begrijpen waarom Francis zijn geboortegrond zo miste?’ vraagt ze zacht. Ik knik. Met een brok in mijn keel. Waarom dit uitzicht me meer doet dan alle andere op deze reis, kan ik niet uitleggen. Ik sla een arm om haar heen en dan lopen we samen over de begraafplaats op de heuveltop.

Na ons bezoek aan de heuvel wandelen we nog even door het dorp. Charlotte wil me het metershoge portret van Ledwidge laten zien, dat een van de zijgevels van de woningen siert. We blijven even staan om het te bewonderen en dan zegt ze verheugd: ‘Het staat er!’ Ik weet even niet wat ze bedoelt, maar dan loopt ze in de richting van het standbeeld dat er vorig jaar nog niet stond, maar waarvan ze wist dat het er zou komen. We kijken naar een man, zittend in een loopgraf, werkend aan een van zijn gedichten. Naast hem zijn de vier laatste regels van zijn gedicht ‘Home’ afgebeeld:

This is a song a robin sang

This morning on a broken tree

It was about the little fields

That call across the world to me

Charlotte blijft er minutenlang zwijgend naar kijken. Opnieuw realiseer ik me hoezeer deze Ierse man onder mijn dochters huid gekropen is, hoe Ierland onder haar huid gekropen is. Op dit groene eiland voelt ze zich thuis en ze kan zelf ook niet uitleggen waarom dat zo is. Maar zodra ik bedenk dat Ierland in de nabije toekomst wellicht echt haar ‘home’ gaat worden, vermengen ontroering, blijdschap en een heel klein beetje verdriet zich met elkaar. ‘Niet huilen, mam,’ zegt ze lief en ik glimlach dapper. ‘Nee, ik huil niet,’ struikelt er uit mijn mond.

2 gedachten over “Heimwee naar Ierland, een reisverslag in columns – deel V”

  1. Tja, je zou ook mee kunnen gaan als kind zich daar vestigt? Of zeg ik nou wat geks? Irisch zal toch ook wel snel wenne denk ik.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.