Altijd luisteren naar je onderbuikgevoel

Zijn profiel op de datingsite bevat onder meer een ‘staatsieportret’ waarop hij nors in de camera kijkt. Ik heb geen idee hoe zijn achterhoofd eruitziet, maar gok dat de grijsharige man die met zijn rug naar mij toe op het pleintje staat te wachten de man is met wie ik een date heb.  Zodra zijn bruine ogen zich in de mijne boren, weet ik dat ik goed gegokt heb. En ik ben opgelucht dat hij niet alleen nors kan kijken: hij schenkt me een warme glimlach. Mijn onderbuikgevoel legt zich neer bij mijn hart dat stiekem een vreugdedansje maakt. Geen gezichtsbeharing, mooie schoenen, een prettige stem en een lekker luchtje: wat een aantrekkelijke man!

We zitten nog maar net op het terras, zijn druk in gesprek, als ik merk dat ik ontstellend nodig moet plassen. Ik focus op B’s mooie ogen en zijn aangename stem. Misschien kan ik mijn blaas zo misleiden. Dat mislukt. ‘Sorry,’ zeg ik, ‘ik moet eerst even naar de wc.’ Weer die fijne glimlach. En weg ben ik, enigszins gehaast. Dat ik twee treden moet beklimmen om in de brasserie te geraken, vergeet ik. ‘Mevrouw!’ roept een van de obers uit, waarna ik mezelf moeizaam bij elkaar raap en zo waardig mogelijk mijn gang naar de toiletruimte voortzet. Strompelend, want mijn rechtervoet doet zeer.

Even later neem ik weer plaats naast B en al snel zijn we weer in gesprek. Over van alles en over niks. We lachen om mijn onhandigheid en zijn verzamelwoede, maar zijn ook serieus en openhartig. Ik ga hem met de minuut leuker vinden. Dan begin ik over het feit dat ik hem niet via WhatsApp kan bereiken. ‘Nee,’ antwoordt hij, ‘je hebt het nummer van mijn werktelefoon en daar kan ik inderdaad niet mee appen. Grappig dat je daarover begint. Als vrouwen merken dat ik ze niet mijn privénummer heb gegeven, haken ze meestal af. Ze denken dat ik nog getrouwd ben.’ Mijn onderbuikgevoel staat zo abrupt op, dat ik spontaan zeg: ‘Eerlijk gezegd heb ik dat ook wel gedacht.’ Hij reageert lacherig, vraagt zich dan af wie zoiets zou doen: daten terwijl je een relatie hebt en ik antwoord: ‘Nou, mijn ex deed dat bijvoorbeeld. En ik kan je een ding zeggen: ik heb geen goed woord over voor mensen die zich tijdens hun relatie op een datingsite inschrijven.’ Er volgt een stilte die je met weinig fantasie als pijnlijk zou kunnen bestempelen. B kijkt op zijn horloge: ‘Vijf uur. Vind je het goed dat ik even ga afrekenen?’ Het feit dat hij daarna even mijn arm aanraakt, kan mijn teleurstelling niet dempen. Ik had hier nog uren kunnen blijven praten, had me voorbereid op samen eten, maar zeg stoer en zonder dat mijn stem overslaat: ‘Prima!’

Bij de ingang van de parkeergarage waar zijn auto staat nemen we afscheid. Ik hoop op (nou ja, smacht naar) een tweede date, maar hij ‘wil het eerst nog even laten bezinken’. Enigszins verbijsterd hobbel ik naar de bus. Mijn voet doet nog steeds zeer en mijn hart nu ook een klein beetje. Ik troost mezelf met de gedachte dat niet iedereen zo impulsief en extravert is als ik. Pas in de bus herinner ik me hoe moeizaam onze mailwisseling was, dat hij steevast pas ’s avonds laat mijn berichten beantwoordde en soms helemaal niet, dat hij nergens op internet te vinden is, dat ik hem alleen via de datingsite en zijn ´werktelefoon´ kan bereiken. Is B wellicht helemaal niet zo ‘onbezet’ als hij wil doen denken? Ik besluit af te wachten; misschien vermoed ik dingen die er niet zijn en heeft hij gewoon even tijd nodig.

Na vierentwintig uur stuur ik B een sms’je en nog eens een dag later een mail. Hij reageert op geen van beide. Even ben ik daarvan flink van slag. Hij had me toch op zijn minst even een berichtje kunnen sturen? Ik vraag me af of het aan mij ligt: misschien vond hij me bij nader inzien wel vreselijk onaantrekkelijk of onprettig gezelschap. Heel even dreigt mijn met zoveel pijn en moeite herwonnen zelfvertrouwen een flinke deuk op te lopen. Maar dan besluit ik te luisteren naar dat wat ik de afgelopen weken hardnekkig heb genegeerd: mijn onderbuikgevoel dat steeds luider is gaan roepen: ‘Deze B is bezet en daarom niets voor jou!’ Jammer van die fijne glimlach, die mooie schoenen en dat lekkere luchtje, dat wel.

6 gedachten over “Altijd luisteren naar je onderbuikgevoel”

  1. Maar ja: ondertussen doet je voet nog steeds zeer. 😉
    Forget it. Hij is niet eerlijk. #onderbuikgevoel

  2. Hopelijk voelt je hart zich binnenkort toch tevreden. Deze man was er toch waarschijnlijk eentje van een ander. Naar hoor, dat mensen liegen en bedriegen. Het levert wel een mooi stukje op.

  3. Ohh Christien, wat schrijf je leuk!
    En mannen kunnen gewoon heel naar, sneaky en oneerlijk zijn, maar dat zegt niets over jou. Het is weer een ervaring rijker en je moet blij zijn dat het daarbij gebleven is:-)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.